Vragen van het lid De Boer (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over verhogen huren (ingezonden 21 januari 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 15 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraken van wethouder Ossel van de gemeente Amsterdam over het verhogen van de sociale huurgrens1, en de opiniebijdrage van de heer Noort op de website van Keicentrum?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het een onverstandige beleidswijziging zou zijn om de sociale huurgrens te verhogen? Zou u uw antwoord willen toelichten?

Antwoord 2

Ja.

Dhr. Ossel haalt een al eerder beschreven onderwerp aan: huishoudens met een inkomen boven de € 33 614,– zouden moeilijk aan een woning kunnen komen. Hij geeft daarbij tevens aan, dat er weinig aanbod van huurwoningen is in de categorie tot € 800,–.

Woningcorporaties kunnen, naast hun kerntaak, ook hogere inkomens huisvesten.

Zij kunnen, met behoud van staatsteun, 10% van de vrijkomende woningen met een huur tot € 652,52 toewijzen aan huishoudens met een inkomen boven de € 33 614,–. Verder kunnen zij hogere inkomens huisvesten in duurdere huurwoningen, of aan zulke huishoudens een huurwoning (al dan niet met korting, winst- en verliesdeling) te koop aanbieden.

Als corporaties meer dan 10% van de vrijkomende woningen met een huur tot € 652,52 toewijzen aan huishoudens met een inkomen boven de € 33 614,–, zal dit leiden tot beperking van de WSW borging.

Voor wat betreft mogelijke overgangsproblematiek bij de uitvoering van de «Tijdelijke regeling...» merk ik allereerst op dat het overleg met de sector over de ongeborgde herfinanciering van bestaande leningen voor commercieel vastgoed in een afrondend stadium is gekomen. Daarnaast ben ik in overleg met de Europese Commissie en de sector over een werkzame vormgeving van regionale differentiatie.

Tevens heeft mijn departement, in overleg met de sector, informatie opgesteld ten behoeve van burgers en woningcorporaties, onder meer over de wijze van inkomenstoetsing bij toewijzing, teneinde uitvoeringsvragen zoveel mogelijk te voorkomen. Ook wordt de praktische uitwerking samen met de corporatiesector nauwlettend gevolgd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de gedachtegang van de heer Noort op zich een interessante zou kunnen zijn en het onderzoeken waard? Zou u uw antwoord willen toelichten?

Antwoord 3

De gedachtegang van dhr. Noort, de huur van de woningen die vrijkomen waar mogelijk harmoniseren tot het niveau van boven de liberalisatiegrens, is een interessante. Op die wijze kan inderdaad het aanbod van vrije sector woningen worden vergroot.

Ik ben van mening dat samenwerking met en deelname van beleggers in het segment > € 652,52 een vruchtbare route kan zijn. Ik bezie daartoe, met partijen, de mogelijkheden en randvoorwaarden.


X Noot
1

Parool, «Agent moet hier ook kunnen wonen», 15 januari 2011.

X Noot
2

Kei-centrum.nl, «corporatie krijgt een andere rol», januari 2011.

Naar boven