Vragen van de leden Kuiken en Heijnen (beiden PvdA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de administratieve lasten van commercieel getinte Wob-verzoeken (ingezonden 21 december 2010).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 14 februari 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 994.

Vraag 1

Wilt u kennisnemen van bijgevoegd bericht, waarin een politiemedewerker vertelt over de uitvoering van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob-verzoek) voor het vervullen van een commerciële sms-dienst?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Signaleert u ook een toename van het aantal Wob-verzoeken voor commerciële doeleinden en de bijbehorende kosten om de gevraagde informatie te leveren? Kunt u inzicht verschaffen in deze ontwikkeling?

Antwoord 2

Ik heb geen overzicht van de inhoud van de Wob-verzoeken dat bij alle verschillende bestuursorganen in Nederland wordt ingediend en kan u evenmin iets zeggen over het doel waarmee ze worden ingediend. Zodoende kan ik u niet zeggen of hier sprake is van een trend of van een afzonderlijk geval waarin op grond van de Wob wordt verzocht om informatie die commercieel wordt gebruikt.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het ongewenst is dat schaarse politiecapaciteit louter en alleen ingezet wordt om informatie aan te leveren aan een commerciële dienst die een beperkte nieuwswaarde heeft? Zo ja, wat wilt u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zoals al gezegd tijdens het debat over de begroting van BZK begin december 2010, vormt de openbaarheid van bestuur een fundamenteel onderdeel van de democratische rechtstaat. De afhandeling van Wob-verzoeken behoort daarom tot het werk van bestuursorganen, zoals politiekorpsen. De overheid, waaronder de politie, moet echter ook effectief kunnen functioneren. Het streven naar een efficiëntere overheid betekent dat de inzet van politiecapaciteit voor Wob-verzoeken niet onbeperkt kan zijn. Dit stelt derhalve grenzen aan de mate van openbaarheid.

De Wob kent op dit moment geen mogelijkheid tot afweging van de openbaarheid ten opzichte van de capaciteit die het aanleveren van informatie kost (proportionaliteit). Of de gevraagde informatie gebruikt wordt voor commerciële doeleinden of beperkte nieuwswaarde heeft, doet bij de behandeling van het verzoek niet ter zake. Op grond van de Wob hoeft een verzoeker immers geen belang te stellen.

Over mijn voorgenomen inspanningen op dit punt verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 5.

Vraag 4

Hebben overheidsorganisaties bij Wob-verzoeken de mogelijkheid om bij de aanvraag te toetsen of informatie al via andere openbare kanalen beschikbaar is en het aanleveren van nieuwe gegevens proportioneel is? Zo nee, zouden zij die ruimte moeten hebben?

Antwoord 4

Indien met een Wob-verzoek wordt gevraagd om informatie die reeds via openbare kanalen beschikbaar is, kan bij de beantwoording worden volstaan met verwijzing naar die openbare informatie. Indien met een Wob-verzoek wordt gevraagd om informatie die nog niet openbaar is, dan zal hierop met inachtneming van de in de Wob opgenomen uitzonderingsgronden moeten worden beslist. Zie verder de beantwoording van vraag 5.

Vraag 5

Wat voor initiatieven ontplooit u om de openbaarheid van overheidsinformatie te waarborgen, maar te voorkomen dat er veel tijd en geld verloren gaat bij het op maat aanleveren van informatie aan iedereen die daar om vraagt?

Antwoord 5

Vanuit het oogpunt van een effectieve en compacte overheid wil ik het punt van «proportionaliteit» meenemen in de discussie over de Wob. Zoals eerder aan de Kamer toegezegd, stuur ik u op korte termijn een brief met daarin voorstellen om oneigenlijk gebruik van de Wob te voorkomen. Daarin zal ik ook ingaan op de afhandeling van omvangrijke Wob-verzoeken. Bij omvangrijke Wob-verzoeken gaat het weliswaar doorgaans niet om oneigenlijk gebruik van de Wob, maar een omvangrijk Wob-verzoek vormt wél een grote belasting voor het betreffende bestuursorgaan. In overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de politie onderzoek ik tevens wat de mogelijkheden zijn voor vermindering van de werklast die de afhandeling van Wob-verzoeken bij de politiekorpsen met zich meebrengt.

Een succesvolle manier van het toegankelijk maken van informatie van de politie is het bij het korps Noord-Holland Noord ingevoerde boetevolgsysteem. Daarin kunnen mensen informatie opvragen over een boete, zoals de flitsfoto, de locatie van de flitspaal, het ijkrapport en de akte van aanstelling van de bekeurende politieambtenaar. Deze toepassing wordt uitgebreid naar andere korpsen. Invoering van het boetevolgsysteem betekent een verbetering van de dienstverlening en een vermindering van het aantal Wob-verzoeken bij de politiekorpsen.


X Noot
1

Bericht ondershands aan bewindspersoon toegezonden.

Naar boven