Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën over enorme kostenstijgingen voor woonboten (ingezonden 27 januari 2011).

Mededeling van staatssecretaris Weekers (Financiën), mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 14 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Liggeld woonboot duizenden euro’s duurder»?1

Vraag 2

Kunt u toelichten om welke reden de huren voor de ligplaatsen met zulke forse bedragen stijgen?

Vraag 3

Kunt u toelichten waarom woonboten gelijk worden gesteld met sociale huurwoningen? Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen deze twee groepen?

Vraag 4

Kunt u toelichten welke wettelijke huurbescherming bewoners van woonboten genieten? Op welke punten wijkt deze af van de huurbescherming van bewoners van huurwoningen? Bent u van mening dat dit onderscheid gerechtvaardigd is?

Vraag 5

Bent u bereid voor woonbootbewoners die bezwaar maken tegen de huurstijging een overgangstermijn van drie jaar in te voeren?

Mededeling

Bij brieven d.d. 27 januari 2011, kenmerk 2011Z01514, 31 januari 2011, kenmerken 2011Z01750 en 2011Z01754 ontving ik de schriftelijke vragen ingediend overeenkomstig artikel 134 en 135 van het Reglement van Orde. De Kamervragen zien op de door het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf voorgenomen huurprijsverhoging van liggelden voor woonboten.

De Kamervragen zijn mede gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Infrastructuur en Milieu. De beantwoording van de Kamervragen zal door mij geschieden mede namens hen. Ter zake is afstemming nodig, waardoor de beantwoordingstermijn van drie weken niet wordt gehaald. Gelet hierop verzoek ik u mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de minister van Infrastructuur en Milieu 3 weken uitstel te verlenen voor de beantwoording.

In antwoord op uw brief d.d. 8 februari 2011 met kenmerk 2011Z01750 bericht ik u als volgt. Er worden geen onomkeerbare stappen gezet hangende de dialoog met uw Kamer. Contractueel is het Rijksvastoed- en ontwikkelingsbedrijf verplicht om uiterlijk 3 maanden voor het einde van de driejaarsperiode aan te geven dat het gebruik wenst te maken van de herzieningsmogelijkheid. Een klein aantal woonbooteigenaren (13) heeft daarom al een brief van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf met een concreet herzieningsvoorstel van de huurprijs ontvangen, dan wel ontvangt een dergelijke brief vóór 1 maart 2011.

Ik zeg u toe dat die herzieningsvoorstellen uiteraard in lijn worden gebracht met de uitkomst van de dialoog met de leden van uw Kamer. Deze groep huurders wordt hierover apart geïnformeerd door het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf


X Noot
1

http://www.pzc.nl/nieuws/algemeen/binnenland/7952706/Liggeld-woonboot-duizenden-euro's-duurder.ece

Naar boven