Vragen de leden Van Gerven en Leijten (beiden SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over personele gevolgen bij de invoering van de Wet ambulancezorg (ingezonden 25 januari 2011).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 februari 2011).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over de invoering van zorgambulances bij onder meer het Verenigd Ziekenvervoer Amsterdam (VZA)?1

Antwoord 1

Zorgambulances worden op meer plekken ingevoerd en zijn een logische aanvulling op het aanbod van de ambulancezorg. Op zich is differentiatie in vervoer een wenselijke ontwikkeling tegen de achtergrond van een effectievere en efficiëntere ambulance inzet. Natuurlijk moet het wel verantwoord zijn. De ambulancesector is op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen erantwoordelijk voor het definiëren van verantwoorde ambulancezorg.

Vraag 2

Is deze zorgdifferentiatie thans geoorloofd nu de nieuwe Wet ambulancezorg waarschijnlijk pas begin 2012 geïmplementeerd wordt? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Antwoord 2

Ja, dit is toegestaan. De zorgambulance is een ambulance die een patiënt vervoert in opdracht van de meldkamer. De zorgambulance beschikt over een vergunning van de provincie en valt voor de kwaliteitsrichtlijnen onder verantwoorde ambulancezorg op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen.

Vraag 3

Welk personeel mag op een dergelijke ambulance rijden? Is het niet noodzakelijk dat er tenminste één persoon meerijdt op de zorgambulance die een BIG-geregistreerd beroep (verpleegkundige) uitoefent? Zo nee, wie is dan verantwoordelijk en aansprakelijk als er zich tijdens de rit calamiteiten voordoen of wanneer de conditie van de patiënt acuut verslechterd?

Antwoord 3

De vergunninghouder ambulancevervoer is altijd verantwoordelijk en aansprakelijk voor het leveren van verantwoorde ambulancezorg. Daar valt ook onder de personele bezetting van de zorgambulance. Binnen de sector zijn richtlijnen over het verlenen van die verantwoorde zorg. In Amsterdam is bijvoorbeeld een protocol dat aangeeft bij welk type patiënt welk type van vervoer op zijn plek is. Dit protocol is opgesteld door en functioneert onder verantwoordelijkheid van de medisch manager.

Vraag 4

Klopt het dat voor het personeel dat op een dergelijke ambulance rijdt de cao ambulancezorg niet geldt? Zo ja, wat is hierover uw oordeel? Vindt u niet dat dit personeel ook onder de cao van de ambulancesector dient te vallen? Wilt u hierover aanvullende afspraken maken met de sector?

Antwoord 4

Nog niet zo lang geleden hebben werkgevers en werknemers een CAO afgesloten voor de hele ambulancesector. Een belangrijke stap voorwaarts. In het overleg dat partijen hebben over deze CAO passen ook afspraken over wie er precies wel en niet onder vallen en over de naleving er van.

Vraag 5

Klopt het dat de invoering van zorgambulances ten koste gaat van de paraatheid van gewone ambulances? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat dit dan niet ten koste van de aanrijtijden van ambulances bij spoedritten?

Antwoord 5

Mij zijn geen berichten bekend dat de paraatheid hierdoor negatief wordt beïnvloed. Op grond van de eisen aan verantwoorde ambulancezorg is de vergunninghouder gehouden te voldoen aan de bereikbaarheidsnorm2. Hoe hij dat het beste kan organiseren is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. De provincie toetst het betreffende spreidingsplan op basis van berekeningen die door het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM) periodiek uitgevoerd worden. Jaarlijks legt de sector verantwoording af over de gerealiseerde aanrijdtijden in de publicatie «Ambulances in Zicht».

Vraag 6

Is het waar dat bij het VZA de zorgambulances gewone ambulances vervangen, en dit derhalve ten koste gaat van de paraatheid? Welk risico wordt hier gelopen?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 5.

Vraag 7

Wat is de huidige en toekomstige status van het experiment hulpambulances in Den Haag? Welke cao geldt voor het personeel op deze hulpambulances, nu en in de toekomst?

Antwoord 7

Tot de Wet op de ambulancezorg (Waz) in werking treedt geldt de Wet op het ambulancevervoer (Wav) en blijft de regeling «inzet hulpambulances» van kracht. Zie voor de vraag over de CAO het antwoord op vraag 4.

Vraag 8

Worden deze hulpambulances mede bemenst door personeel met een BIG-registratie? Kunt u de gehanteerde kwaliteitsnormen toelichten?

Antwoord 8

Nee, in de regeling «inzet hulpambulances» is bepaald dat de bemanning van de hulpambulance bestaat uit een bestuurder en een begeleider. De bemanningsleden zijn tenminste in het bezit van een geldig eenheidsdiploma EHBO. In deze regeling is vastgelegd dat een behandelend arts bepaalt of de patiënt kan worden vervoerd met een hulpambulance. De arts regelt het vervoer met een hulpambulance rechtstreeks met de vergunninghouder. Deze aanvraag loopt niet via de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA).

Vraag 9

Wat zijn de ervaringen met dit experiment?

Antwoord 9

Differentiatie van vervoer blijkt een goede aanvulling op de ambulancezorg. In een tijd waarin met minder middelen een groeiende zorgvraag moet worden beantwoord, zal naar middelen moeten worden gezocht om de ambulancezorg zo efficiënt mogelijk in te richten. Het leveren van verantwoorde zorg blijft ook in de ambulancesector het uitgangspunt voor goede kwaliteit.


X Noot
1

Advertentie oktober 2010 VZA.

X Noot
2

Ten minste 97% van de bevolking kan binnen 15 minuten na melding met een ambulance worden bereikt met een faalkans van 5%.

Naar boven