Vragen van het lid
Arib
(PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie over het niet goed uitvoeren van onderzoek naar plotseling, onverwacht en onverklaarbaar overlijden
van minderjarigen (ingezonden 21 januari 2011).
Mededeling van staatssecretaris
Teeven
(Veiligheid en Justitie), mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 10 februari 2011).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat het onderzoek naar de doodsoorzaak van plotseling, onverwacht en onverklaarbaar overlijden
van minderjarigen, dat sinds januari 2011 is verplicht, niet of niet goed wordt uitgevoerd?12
Vraag 2
Wat betekent het in de praktijk, wanneer een arts contact met de gemeentelijke lijkschouwer moet opnemen maar bij twijfel
verder onderzoek nog niet kan worden verricht volgens de in de wet vastgelegde procedure? Betekent dit, dat de gemeentelijke
lijkschouwer in alle gevallen dan ook zelf zal schouwen en nader onderzoek zal verrichten?
Vraag 3
Kunt u zich voorstellen dat het op dit moment, zonder NODO-procedure (Nader Onderzoek Doodsoorzaak), voor lijkschouwers onduidelijk
is welke taak zij moeten uitvoeren? Zo ja, vindt u dit gewenst?
Vraag 4
Wat is de stand van zaken ten aanzien van de voorbereiding van de NODO-procedure? Waarom is de NODO-procedure nog niet in
werking getreden, waarom is er kennelijk vertraging opgetreden en wie is daarvoor verantwoordelijk, welke concrete stappen
moeten er nog gezet worden en wanneer kan de NODO-procedure wel in werking treden?
Vraag 5
Welk ministerie is verantwoordelijk voor de hele procedure rondom de NODO? Welke minister of staatssecretaris is hiervoor
verantwoordelijk?
Vraag 6
Klopt het dat de vertraging in de uitwerking van de NODO-procedure veroorzaakt wordt door onenigheid tussen overheid en de
KNMG over de financiering? Zo ja, kunt u de standpunten van beide partijen nauwkeurig weergeven?
Vraag 7
Welke mogelijke gevolgen kan het nog niet in werking treden van de NODO-procedure concreet hebben voor ouders van overleden
minderjarigen en voor zorgverleners?
Welk signaal kan er uitgaan van een verplichte melding bij onverwacht overlijden van een minderjarige, wanneer niet-natuurlijke
dood niet met zekerheid kan worden uitgesloten, terwijl de vervolgprocedure nog niet gereed is?
Vraag 8
Klopt het dat, zonder de NODO-procedure, vaker dan nodig een door justitie gelast onderzoek volgt, en dat dit een extra belasting
vormt voor ouders die niets valt te verwijten? Zo ja, wat is uw mening hierover, en per wanneer wordt dit opgelost? Hoeveel
door justitie gelaste onderzoeken hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden en met welke uitkomst?
Vraag 9
Bent u van mening dat op dit moment, wanneer de NODO-procedure eindelijk in werking is getreden, voldoende waarborg bestaat
om te voorkomen dat gevallen van verwaarlozing of mishandeling van minderjarigen onopgemerkt blijven? Zo ja, bent u derhalve
van mening dat (huis)artsen en andere zorgverleners over voldoende kennis en ervaring beschikken om een niet-natuurlijke dood
ten gevolge van verwaarlozing of mishandeling in alle gevallen te herkennen? Zo ja, waarop baseert u dit? Zo ja, hoe is dit
te rijmen met de conclusies van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport over jeugdzorg?
Vraag 10
Zou het niet beschikbaar zijn van de NODO-procedure in de praktijk tot gevolg kunnen hebben dat behandelend arts en lijkschouwer
eerder zullen overgaan tot het afgeven van een verklaring van natuurlijke dood, ook wanneer een niet-natuurlijke doodsoorzaak
niet kan worden uitgesloten? Zo nee waarom niet en hoe kunt u dit garanderen, gezien de huidige situatie? Zo ja, hoe gaat
u dit voorkomen?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
mede dat de schriftelijke vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en mij over het niet goed uitvoeren van onderzoek naar plotseling, onverwacht en onverklaarbaar
overlijden van minderjarigen (ingezonden 21 januari 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
2 Over de fysieke veiligheid van het jonge kind, Themastudie: voorvallen van kindermishandeling met fatale of bijna fatale
afloop; Onderzoeksraad voor veiligheid, januari 2011.