Vragen van de leden
Pechtold
(D66),
Cohen
(PvdA),
Roemer
(SP),
Halsema
(Groenlinks),
Rouvoet
(ChristenUnie) en
Thieme
(PvdD) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot achterstalling
onderhoud waterveiligheid (ingezonden 13 december 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Atsma
(Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 10 februari 2011).
Vraag 1
Klopt het dat het kabinet wil dat «achterstallig onderhoud op dit gebied [vergroting van de waterveiligheid om te kunnen blijven
voldoen aan geldende normen] wordt uitgevoerd»?1
Vraag 2
Wat betekent dit, gezien de huidige tekorten voor de uitvoering van de werkzaamheden als gevolg van de 2e toetsingsronde en de nog te volgen resultaten van de 3e toetsingsronde?
Antwoord 2
Volgend uit de wettelijke systematiek wordt sinds 2007 gewerkt aan het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2). Mijn
voorganger heeft afgelopen jaar een aanzienlijk financieel tekort gemeld op het lopende verbeterprogramma.
Conform de wettelijk systematiek, volgen dit jaar de toetsresultaten van de Derde Toetsing. Die zal leiden tot een nieuw verbeterprogramma
(het HWBP3), waarvan de kosten nu nog niet kunnen worden ingeschat.
Zie verder het antwoord op vraag 6.
Vraag 3 en 5
Wat is het exacte doel, uitgedrukt in meetbare indicatoren?
Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?
Antwoord 3 en 5
In de Waterwet zijn per dijkring de waterveiligheidsnormen vastgelegd en is vastgelegd dat iedere zes jaar wordt beoordeeld
of de waterkeringen aan de norm voldoen en dus hoog en sterk genoeg zijn. In 2011 volgen de resultaten van de Derde Toetsing.
Conform de Waterwet komen daarna in 2017 de resultaten van de Vierde Toetsing beschikbaar.
Vraag 4
Wat is het uitgangspunt per 1 januari 2011 uitgedrukt in deze meetbare indicatoren?
Antwoord 4
Omdat de wettelijke systematiek een periodieke 6-jaarlijkse toetsing voorschrijft, is het uitgangspunt per 1 januari 2011
het toetsbeeld van 2006. Echter dit jaar volgt een nieuw actueel toetsbeeld en zodra nieuwe toetsresultaten van de derde toetsronde
compleet bekend zijn, zal dit als uitgangspunt dienen.
Vraag 6
Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken en met welke middelen?
Antwoord 6
Allereerst zal het kabinet onverminderd doorgaan met de lopende uitvoeringsprogramma’s zoals bijvoorbeeld het HWBP2, Maaswerken,
Ruimte voor de Rivier, Zwakke Schakels Kust en het handhaven van de basiskustlijn door zandsuppleties. Daarnaast wordt doorgegaan
met het Deltaprogramma en zal worden gewerkt aan de voorbereiding van het HWBP3.
Zoals, tijdens een debat in de Tweede Kamer op 13 december 2010 door mij is toegezegd, zal ik vóór de begroting 2012 een integraal
veiligheidsprogramma aanbieden dat inzicht zal bieden wat de waterveiligheidsopgave de komende jaren zal zijn en welke kosten
daarmee gepaard zullen gaan.
Vraag 7
Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks verantwoording afleggen?
Antwoord 7
Dat wordt in de begrotingscyclus meegenomen en derhalve in de verantwoordingen van IenM (hoofdstuk 12 en Infrastructuurfonds)
verwerkt. Daar bovenop ontvangt de Kamer specifieke voortgangsrapportages van de belangrijkste waterveiligheidsprogramma’s
(HWBP2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier).
X Noot
1Regeerakkoord, pagina 29.