Vragen van het lid
Leijten
(SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat een vrouw weken dood in huis heeft
gelegen door tekortschietende zorg (ingezonden 13 januari 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 februari 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat een vrouw acht weken dood in huis heeft gelegen nadat een verpleeghuis haar zonder adequate
nazorg heeft ontslagen?1
Antwoord 1
Ik betreur dat dit is gebeurd.
Vraag 2
Wordt deze ernstige zaak onderzocht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)? Zo nee, wilt u de IGZ verzoeken dit onderzoek
alsnog te starten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het overlijden is gemeld aan de IGZ als calamiteit en de inspectie heeft de zaak conform de Leidraad Meldingen in behandeling
genomen.
Vraag 3
Welke zorgverleners en andere organisaties waren in deze zaak precies betrokken en welke verantwoordelijkheden hadden deze
instanties?
Antwoord 3
In deze zaak zijn een verpleeghuis, een RIBW, een psychiatrische instelling en een huisarts betrokken. De gezamenlijke verantwoordelijkheid
van deze instellingen was om na het ontslag te zorgen voor adequate begeleiding van patiënte en terugval te voorkomen.
Vraag 4
Hoe oordeelt u over de verwarring bij de verschillende zorginstanties over de al dan niet geregelde nazorg van deze mevrouw?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De gang van zaken tussen het ontslag en het overlijden wordt in opdracht van de IGZ onderzocht. Bij dit onderzoek worden alle
onder vraag 3 genoemde instanties betrokken. Een belangrijke vraag daarbij is of er tekortkomingen zijn geweest met betrekking
tot de nazorg, zo ja, welke en wat de betrokken partijen mogelijk op dit punt structureel kunnen verbeteren. De inspectie
verwacht de uitkomst van het onderzoek in februari.
Vraag 5
Welke rol heeft het zorgkantoor, de zorgverzekeraar en de huisarts gespeeld bij de zorg voor deze mevrouw? Waren zij op de
hoogte van het ontslag en gemaakte afspraken? Zo nee, bent u van mening dat dit wel het geval dient te zijn?
Antwoord 5
Mogelijk zal de uitkomst van het onderzoek tot het antwoord op deze vraag kunnen leiden. De huisarts geldt in de gezondheidszorg
als een belangrijke centrale zorgfunctionaris die over een ontslag uit een verpleeghuis geïnformeerd zal moeten zijn.
Vraag 6
Erkent u dat de zorg ernstig versnipperd is geraakt? Zo ja, wat is uw oordeel hierover en wat gaat u doen om de versnippering
aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Tussen diverse partijen moet goed worden samengewerkt en moeten ook duidelijk de verantwoordelijkheden worden vastgelegd.
Juist bij goede samenwerking tussen zorgaanbieders en ketenzorg zijn cliënten zeer gebaat.
Vraag 7
Hoe verklaart u dat zoveel zorginstellingen in één regio zo langs elkaar heen werken dat dit heeft kunnen gebeuren? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Alvorens mijn oordeel te vormen, wacht ik de uitkomsten van het onderzoek af.
Vraag 8
Hoeveel mensen sterven er jaarlijks als gevolg van verwaarlozing en hoeveel mensen lopen door verwaarlozing gezondheidsschade
op? In hoeveel van deze gevallen gaat het om «zorgmijders»? Indien u niet over deze gegevens beschikt, bent u bereid hier
onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Over de combinatie van «gezondheidsschade en/of overlijden als gevolg van verwaarlozing» en «zorgmijders» zijn mij geen betrouwbare
gegevens bekend.
Voor zorgaanbieders en hulpverleners is het erg lastig zo niet ondoenlijk om echte zorgmijders op het spoor te komen en hen
de benodigde hulp en/of ondersteuning te verlenen. In het onderhavige geval was er echter sprake van een zorgrelatie. Ik wil
niet vooruitlopen op het hierboven genoemde lopende onderzoek. Maar ik hecht groot belang aan samenwerking en goede ketenzorg.
Als dit goed geregeld is, wordt het risico dat cliënten verstoken blijven van juiste zorg aanzienlijk verkleind. En daarmee
ook de kans op gezondheidsschade.
Daarnaast zijn zorgaanbieders verplicht om incidenten, waarbij (ernstige) gezondheidsschade optreedt of sprake is van overlijden,
te melden bij de inspectie. Aan de incidenten die bij de inspectie worden gemeld, kan niet automatisch het label «verwaarlozing»
geplakt worden. De inspectie onderzoekt of er bij deze incidenten sprake is van een tekortkoming in de zorgverlening. Indien
daar sprake van is, moet de zorgaanbieder passende maatregelen nemen ter voorkoming van herhaling.
X Noot
1De Telegraaf, «Vrouw weken dood in huis na fouten», 7 januari 2011.