Vragen van het lid De Boer (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het aan de laars lappen van de EU-regels inzake staatssteun door woningcorporaties (ingezonden 28 december 2010).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 9 februari 2011)

Vraag 1

Kent u het bericht «Woningbouwverenigingen willen ook hogere inkomens aan woning helpen: Corporaties lappen regels EU aan de laars»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het in zijn algemeenheid onwenselijk is, ja onbestaanbaar zou moeten zijn, dat organisaties van maatschappelijk belang zonder reserve aangeven, EU-regels aan hun laars te lappen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u van mening dat het feitelijk geen probleem is dat woningcorporaties mensen met een inkomen van boven de staatssteuninkomensgrens van € 33 614,- huisvesten, maar dat leningen voor nieuwbouw2, en voor het boven de 10% huisvesten van deze inkomensgroep, niet meer onder het Waarborgfonds Sociale Woningbouw vallen? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord 3

Woningcorporaties kunnen, naast hun kerntaak, ook hogere inkomens huisvesten. Zij kunnen, met behoud van staatsteun, 10% van de vrijkomende woningen met een huur tot € 652,52 toewijzen aan huishoudens met een inkomen boven de € 33 614. Verder kunnen zij hogere inkomens huisvesten in duurdere huurwoningen, of aan zulke huishoudens een huurwoning (al dan niet met korting, winst- en verliesdeling) te koop aanbieden.

Als corporaties meer dan 10% van de vrijkomende woningen met een huur tot € 652,52 toewijzen aan huishoudens met een inkomen boven de € 33 614, zal dit leiden tot beperking van de WSW borging.

Voor wat betreft mogelijke overgangsproblematiek bij de uitvoering van de «Tijdelijke regeling...» merk ik allereerst op dat het overleg met de sector over de ongeborgde herfinanciering van bestaande leningen voor commercieel vastgoed in een afrondend stadium is gekomen. Daarnaast ben ik in overleg met de Europese Commissie en de sector over een werkzame vormgeving van regionale differentiatie. Tevens heeft mijn departement, in overleg met de sector, informatie opgesteld ten behoeve van burgers en woningcorporaties, onder meer over de wijze van inkomenstoetsing bij toewijzing, teneinde uitvoeringsvragen zoveel mogelijk te voorkomen. Ook wordt de praktische uitwerking samen met de corporatiesector nauwlettend gevolgd.


X Noot
1

Brabants Dagblad, 23 december 2010.

X Noot
2

De minister heeft in het algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2010 over woningcorporaties aangegeven te zullen uitzoeken, hoe de staatssteunregels uitpakken voor herfinancieringen van het bestaande woningbestand.

Naar boven