Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over dalende misdaadcijfers (ingezonden 13 januari 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 februari 2011).

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op de opvatting van politievakbonden en ondernemingsraden dat de misdaadcijfers mogelijk niet betrouwbaar zijn?1

Kunt u garanderen dat de criminaliteitscijfers die het ministerie sinds 2008 heeft geleverd allemaal kloppen?

Antwoord 1 en 2

De criminaliteitscijfers die het ministerie heeft geleverd zijn voornamelijk afkomstig van het CBS. Het CBS publiceert pas cijfers als het achter de kwaliteit van de cijfers staat.

Het bericht in het AD betreft misdaadcijfers van de politie. Er dient een kanttekening te worden gemaakt bij de daling van die cijfers. Deze algehele daling van die cijfers kan te wijten zijn aan andere factoren dan alleen de daling van de (veelvoorkomende) criminaliteit. Uit statistieken die het CBS medio 2010 publiceerde over de periode 2005–2009 blijkt dat de daling van de geregistreerde criminaliteit zich doorzet. Ook is waarneembaar uit OM-cijfers dat het aantal door de politie aan het OM ter vervolging aangeboden zaken sterk is gedaald. De invoering van de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking heeft mede tot doel het verminderen van de instroom van OM en ZM en dit effect wordt nu zichtbaar. Ook heeft de invoering van het registratiesysteem BVH bij de politie een rol gespeeld. Zie daaromtrent verder het antwoord op de vragen 4 en 5.

Vraag 3

Wanneer kunt u de cijfers over 2010 naar de Tweede Kamer sturen?

Antwoord 3

Het CBS zal in de loop van zomer 2011 de Politiestatistiek over 2010 uitbrengen, onder voorwaarde dat de door de politie aan het CBS geleverde cijfers van voldoende kwaliteit zijn. Daarnaast zal ook in het Jaarverslag Nederlandse Politie 2010 worden gerapporteerd over het aantal verdachten dat aan het Openbaar Ministerie is aangeleverd alsmede over het aantal aangiften en verdachten op het thema geweld (geweldsratio). Dit verslag zal in mei aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Vraag 4 en 5

Hoe groot zijn de achterstanden met betrekking tot de invoer van gegevens in het registratiesysteem BVH?

Wat betekenen deze achterstanden voor de betrouwbaarheid van de politiestatistieken, die een basis vormen voor uw beleid?

Antwoord 4 en 5

De invoering van de BVH zorgde voor tijdelijk minder beschikbare capaciteit in verband met het volgen van opleidingen en het leren werken met de BVH. Verder heeft de invoering van de BVH, volgens de Inspectie OOV, gevolgen voor het inzicht in de omvang van criminaliteit. De Inspectie heeft aanbevolen om hiernaar nader onderzoek te doen. Zoals u weet wordt er op dit moment door de Algemene Rekenkamer onderzoek gedaan naar de ICT-systemen van de politie, waaronder de BVH. Ik heb de Algemene Rekenkamer gevraagd om ook onderzoek te doen naar de gevolgen van de invoering van de BVH op het inzicht in de criminaliteit en het daaraan verbonden zaaksaanbod.

De beschikbare cijfers zijn bruikbaar voor beleidsdoeleinden. De ontwikkeling van de criminaliteit wordt bovendien niet zo zeer aan de hand van deze cijfers bepaald, maar gemeten met behulp van slachtofferenquêtes onder burgers en bedrijven. De berichtgeving naar de Kamer is daar ook op gebaseerd.


X Noot
1

AD, «Dalende misdaadcijfers zijn niet te vertrouwen», 11 januari 2011.

Naar boven