Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat moordenaars vrijuit gaan door geldgebrek (ingezonden 6 december 2010).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 februari 2011).

Vraag 1 en 4

Wat is uw reactie op het bericht «Moordenaars vrijuit door geldgebrek»?1

Vindt u het aanvaardbaar dat moordzaken, die mogelijk opgelost zouden kunnen worden, nu niet worden opgelost wegens gebrek aan geld en capaciteit? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit op te lossen?

Antwoord 1 en 4

Ik deel de ongerustheid over het niet oplossen van ernstige delicten. Deze hebben een grote impact op de samenleving en slachtoffers of hun nabestaanden. Gezien de ernstige aard en impact van deze Cold Cases ben ik van oordeel dat zij steeds volop betrokken moeten worden in de afweging welke zaken in onderzoek genomen worden door politie en Openbaar Ministerie. Daarom is het van belang dat regelmatig wordt bezien of er nieuwe opsporingsindicaties zijn in deze zaken. Om de opsporing verder mogelijk te maken wordt thans overigens gewerkt aan «herziening ten nadele met terugwerkende kracht» en wordt bijvoorbeeld DNA verzameld van veroordeelden.

Vraag 2

Hoeveel oude moordzaken blijven nu precies op de plank liggen?

Antwoord 2

Veel politieregio’s hebben zicht op het aantal onopgeloste ernstige misdrijven in de betreffende regio. Er is echter geen landelijk overzicht van oude moordzaken die nooit zijn opgelost. Het aantal zal overigens toenemen als herziening ten nadele van de verdachte met terugwerkende kracht mogelijk wordt en de verjaringstermijnen voor doodslag en andere geweld- en zedendelicten worden aangepast. Overigens moet de term «moordzaken die op de plank liggen» goed worden verstaan. Politie en Openbaar Ministerie hebben in deze zaken met grote betrokkenheid en inzet langdurig onderzoek gedaan. Deze heeft echter helaas (nog) niet geleid tot aanhouding en veroordeling van een of meer verdachten. In 2009 is een landelijke Cold Case expertgroep opgericht met vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie en politie, waarin veel informatie en expertise wordt uitgewisseld.

Vraag 3

Is het waar dat alleen Amsterdam en Rotterdam een team hebben om oude moorzaken op te lossen? In welke andere politiekorpsen zou voldoende reden bestaan zo'n team op te richten maar gebeurt dit nu niet door geldgebrek? Hoe groot is precies het financiële probleem bij deze korpsen?

Antwoord 3

Momenteel kennen de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Amstelland, Noord- en Oost Gelderland en Utrecht een eigen Cold Case-team. De noordelijke politieregio’s Groningen, Friesland en Drenthe hebben gezamenlijk een team. In andere regio’s zijn Cold Case teams ondergebracht in een Team grootschalige Opsporing of zijn er rechercheurs speciaal belast met behandeling en coördinatie van Cold Case zaken.


X Noot
1

AD, 6 december 2010.

Naar boven