Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over koperdieven die anoniem hun koper kunnen verkopen (ingezonden 13 januari 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Eénvandaag van maandag 10 januari 2011 en het artikel in de Volkskrant van zaterdag 8 januari 2011 over koperdiefstal?

Vraag 2

Hoe groot is de (immateriële) schade die de maatschappij jaarlijks lijdt als gevolg van koperdiefstal?

Vraag 3

Deelt u de mening dat koperdiefstal dusdanig omvangrijk is dat op zeer korte termijn actie ondernomen moet worden om de maatschappelijke gevolgen van koperdiefstal terug te dringen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u de mening dat het invoeren van een legitimatieplicht voor verkopers van koper, analoog aan de regeling van pandjeshuizen, een goed begin is om koperdiefstal te bestrijden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u voornemens om een legitimatieplicht voor verkopers van koper op een zo kort mogelijke termijn in te voeren?

Vraag 4

Op welke manier kan worden gerealiseerd dat alle opkopers van koper en andere niet edele metalen onder deze plicht vallen?

Vraag 5

Wat zou nog meer moeten gebeuren om te voorkomen dat koper gestolen wordt?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over koperdieven die anoniem hun koper kunnen verkopen (13 januari 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven