Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Nederlandse Film (ingezonden 13 januari 2011).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 februari 2011).

Vraag 1, 3

Wat is uw reactie op de opmerkingen van de directeur van het Filmfonds inzake de positie van de Nederlandse film? Hoe reageert u op haar statement dat de Nederlandse film in een moeilijke positie verkeerd doordat er geen afdoende fiscale instrumenten zijn om bijvoorbeeld internationale producties naar Nederland te halen? Hoe beoordeelt u het risico dat producten naar andere landen uitwijken?1

Bent u bereid het fiscale regime voor de Nederlandse filmindustrie te heroverwegen, en het af te zetten tegen de fiscale behandeling in andere Europese landen, met het oog op een betere positie voor de Nederlandse film?

Antwoord 1, 3

In mijn brief aan de Tweede Kamer over de uitgangspunten van het cultuurbeleid heb ik aangegeven dat ik samen met mijn collega van Financiën het fiscale pakket voor cultuur in de breedte zal bekijken. In dit verband heb ik de Raad voor Cultuur gevraagd in te gaan op mogelijkheden voor de introductie van een «tax shelter»-mechanisme om (buitenlandse) investeringen in de Nederlandse film op economische gronden te bevorderen.

Vraag 2

Kunt u uiteenzetten welke effecten (zowel qua werkgelegenheid, als omzet) gemoeid zijn met de filmindustrie en welke derving aan werkgelegenheid is te verwachten bij een krimp van de Nederlandse filmindustrie?

Antwoord 2

Uit de sector bereiken mij berichten dat er sprake is van omzetverlies bij postproduktiebedrijven en toeleveranciers in de orde van 15 à 20%


XNoot
1

«Filmindustrie in Nederland krimpt», Volkskrant 12 januari 2011.

Naar boven