Vragen van de leden De Roon, Kortenoeven en Wilders (allen PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een bomaanslag op Egyptische christenen (ingezonden 4 januari 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 2 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Egyptische veiligheidseenheid die zich op 31 december 2010 bevond bij de christelijke kerk in Alexandrië, zich een uur voor de bomaanslag op die kerk terugtrok?1

Antwoord 1

Ik heb kennis genomen van het artikel. Verklaringen van aanwezigen (zowel in de pers als tegenover onderzoekende NGO’s) over de gebeurtenissen rondom de bomaanslag en de aanwezigheid van beveiligingspersoneel lopen echter uiteen. Tot nu toe heeft de Egyptische overheid daarover geen uitlatingen gedaan. Het onderzoek naar de bomaanslag in Alexandrië wordt geleid door de openbaar hoofdaanklager. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn 23 januari jl. bekend gemaakt. Daarbij zijn echter geen mededelingen gedaan over de rol van het beveiligingspersoneel. Wel is geconcludeerd dat drie leden van de beveiligingseenheid bij de aanslag zijn omgekomen.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat dit niet de eerste keer is dat Egyptische veiligheidsdiensten het moslimterroristen wel heel gemakkelijk maken om de christenen daar te terroriseren?

Antwoord 2

In Egypte doen zich geruime tijd spanningen voor tussen christenen en moslims. De Egyptische veiligheidsdiensten zijn goed op de hoogte van de spanningen tussen religieuze groeperingen. In oktober 2010 werden de Egyptische autoriteiten en de Egyptische koptische kerk door een – aan Al-Qaeda gelieerde – groep gewaarschuwd voor mogelijke aanslagen op christenen in Egypte. Daarop hebben de Egyptische autoriteiten extra veiligheidsmaatregelen getroffen.

Vraag 3

Wilt u de ambassadeur van Egypte op het matje roepen om hem tekst en uitleg hierover te vragen en hem duidelijk te maken dat Nederland wil dat de christenen in Egypte beter worden beschermd tegen salafisten en ander islamitisch gespuis?

Antwoord 3

In mijn condoleancebrief aan de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, de heer Ahmed Aboul Gheit, heb ik de Egyptische autoriteiten gevraagd al het nodige te doen om religieuze minderheden in Egypte te beschermen.

Vraag 4

Wilt u ook uw verontrusting uitspreken over het feit dat moslims onmiddellijk Israël verantwoordelijk hebben gesteld voor deze verachtelijke terreurdaad?

Antwoord 4

Ik ben niet bekend met serieuze beschuldigingen van Israël voor deze aanslag.


XNoot
1

http://www.aina.org/news/20110101232613.htm

Naar boven