Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Immigratie en Asiel over de op handen zijnde uitzetting van een Somaliër (ingezonden 5 januari 2011).

Mededeling van minister Leers (Immigratie en Asiel) (ontvangen 27 januari 2011).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat een tot christen bekeerde moslim uit Somaliland een dezer dagen ons land dreigt te worden uitgezet?

Vraag 2

Kunt u aangeven of al eerder bekeerde moslims zijn uitgezet naar Somalië of Somaliland, aangezien daar de doodstraf op afvalligheid staat en deze teruggestuurde asielzoekers dus met de dood worden bedreigd? Zo ja, hoe vaak en waarom?

Vraag 3

Hoe schat u de mogelijke gevolgen voor betrokkene in, wanneer hij terugkeert naar Somaliland, waar overgang van de islam naar enige andere religie grondwettelijk is verboden?

Vraag 4

Wat is uw oordeel over de argumentatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat, indien de autoriteiten van Somaliland niet op de hoogte zijn van de bekering naar het christelijke geloof van de betrokkene en hij er verder zijn mond over kan houden (geen ruchtbaarheid aan geeft), hij geen gevaar zal lopen? Is deze uitspraak niet in tegenspraak met het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat pleit voor godsdienstvrijheid, en in tegenspraak met artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin het recht beschreven staat om van geloof te veranderen en het geloof te uiten?

Vraag 5

Hoe komt het dat de informatie in het ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken – waarop IND en rechters zich veelal baseren – over christenen in Somalië zo summier is, terwijl Open Doors en Compass Direct beschikken over zeer gedocumenteerde informatie?

Vraag 6

Kunt u zich voorstellen dat de zinsnede uit het Algemeen ambtsbericht Somalië, september 2010 «In Somalië bestaat een kleine, onopvallende christelijke gemeenschap», zonder verwijzing naar de vervolgingen waaraan christenen in Somaliland blootstaan, de suggestie kan wekken dat het in Somalië en Somaliland wel meevalt met onderdrukking van de godsdienstvrijheid voor christenen?

Vraag 7

Weet u dat de uitgezette Somaliër via Mogadishu naar Somaliland zal moeten reizen en hij dan gemakkelijk in handen van Al Shabaab kan vallen, door wie in het verleden verschillende Somalische christenen zijn onthoofd?

Vraag 8

Weet u dat er in Nederland verschillende Somalische christenen met de dood zijn bedreigd, en dat deze dreiging in het land van herkomst gemakkelijk kan worden uitgevoerd?

Vraag 9

Hoe verhoudt zich de beslissing de Somalische christen uit te zetten tot de volgende uitspraak van toenmalig staatssecretaris van Justitie, Albayrak: «Van personen die in het land van herkomst een minderheidsreligie aanhangen, wordt niet verlangd dat zij deze verborgen houden. Dat is een beleidsregel. Ik zal erop toezien dat wij ook in de uitvoering van dit uitgangspunt uitgaan»?1 Onderschrijft u nog steeds deze beleidslijn? Zo ja, wat gaat u doen om de uitzetting van de bekeerde Somaliër tegen te houden?

Vraag 10

Kunt u deze vragen, vanwege de op handen zijnde uitzetting, zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat op de schriftelijke kamervragen van het lid Voordewind (ChristenUnie), (ingezonden 5 januari 2011), over een op handen zijnde uitzetting van een Somaliër, niet binnen de gebruikelijke termijn kan worden gereageerd, daar het meer tijd vergt om alle benodigde informatie te verkrijgen.

Zodra de betreffende informatie beschikbaar is, zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk berichten.

Overigens, de uitzetting van deze persoon is opgeschort naar aanleiding van een interim measure door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.


XNoot
1

Handelingen TK, vergaderjaar 2009–2010, blz. 1752.

Naar boven