Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen en met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie (ingezonden 13 december 2010).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 januari 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1052.

Vraag 1

Klopt het dat dit kabinet meer kinderen via de voor- en vroegschoolse educatie (vve) wil bereiken?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kan het kabinet aangeven hoeveel kinderen momenteel gebruik maken van de vve en of dit aantal geldt als nulmeting voor deze doelstelling?

Antwoord 2

Uit de Landelijke monitor voor- en vroegschoolse educatie 2010 (uitgevoerd door Sardes, gebaseerd op cijfers uit 2009), blijkt dat op dit moment circa 28 000 kinderen worden bereikt met voorschoolse educatie en circa 25 000 kinderen met vroegschoolse educatie.

Wat betreft de nulmeting: zie het antwoord op de vragen 3 t/m 8.

Vraag 3, 4, 5, 6, 7, 8

Hoeveel extra kinderen wil dit kabinet via de vve bereiken ten opzichte van het huidige aantal (nulmeting)?

Hoe wordt werk gemaakt van de adequate selectie van doelgroepkinderen?

Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?

Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken?

Wanneer gaat het kabinet dit doen?

Welke instrumenten en middelen zijn er beschikbaar om deze doelen te bereiken?

Antwoord 3, 4, 5, 6, 7, 8

Deze vragen beantwoord ik in samenhang in een brief die ik in het voorjaar 2011 naar de Tweede Kamer zal sturen over de acties op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie. In die brief maak ik de doelstellingen van het vve-beleid concreter en voeg daar een planning bij van de acties die ik onderneem. Ook geef ik in die brief aan wat de bijbehorende instrumenten en middelen zijn om die doelen te bereiken.

Vraag 9

Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks verantwoording afleggen?

Antwoord 9

Het kabinet zal jaarlijks via het reguliere verantwoordingsproces, in het departementaal jaarverslag dat op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden door de minister van Financiën, verantwoording afleggen.

Naar boven