Vragen van de leden Spekman en Arib (beiden PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de vreemdelingendetentie en het overlijden van een bejaarde vrouw (ingezonden 22 oktober 2010).

Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel), mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 25 januari 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 751.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Na 20 jaar in de stad moest Berta toch weg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de betreffende 73-jarige vrouw die al 20 jaar illegaal in Amsterdam verbleef, in mei van dit jaar is opgepakt en in vreemdelingendetentie is geplaatst? Is het waar dat zij ongeveer drie maanden lang in een detentiecentrum heeft verbleven?

Antwoord 2

Ja. Betrokkene is eind april 2010 staande gehouden en in vreemdelingenbewaring geplaatst. Van 29 april 2010 tot 19 juli 2010 heeft zij in Detentiecentrum Zeist verbleven. Op 19 juli 2010 is zij overgeplaatst naar het Detentiecentrum Rotterdam. Op 26 augustus 2010 is de bewaring opgeheven. Betrokkene heeft derhalve ongeveer vier maanden in een detentiecentrum verbleven.

Vraag 3

Kunt u de motieven en achtergronden schetsen van de inbewaringstelling van deze 73-jarige vrouw? Hoe reëel was het dat zij nog naar Colombia zou kunnen worden uitgezet, mede gezien haar medische toestand en haar lange verblijf in Nederland?

Antwoord 3

Betrokkene is in bewaring gesteld nadat zij illegaal op straat was aangetroffen. Betrokkene had geen rechtmatig verblijf en gaf aan niet vrijwillig te willen terugkeren naar haar land van herkomst.

Wat de medische toestand van betrokkene betreft blijkt uit diverse contacten met medische diensten van de Dienst Justitiële Instellingen dat betrokkene weliswaar een dame op leeftijd was, maar dat haar gezondheid niet aan inbewaringstelling in de weg stond. Ook was er geen sprake van een situatie waaruit geconcludeerd zou moeten worden dat betrokkene detentieongeschikt was. Gelet op de gezondheidstoestand van betrokkene heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) bezien wat de opvangmogelijkheden waren voor betrokkene in Colombia. Er bleken diverse opvangmogelijkheden te zijn in Colombia. Gedurende de bewaring van betrokkene is steeds gewerkt aan het realiseren van een concrete opvangvoorziening in Colombia voor betrokkene.

Vraag 4

Is tijdens haar vreemdelingendetentie bij de behandeling en bejegening van mevrouw rekening gehouden met haar leeftijd en slechte gezondheid? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja. Gedurende haar verblijf in vreemdelingenbewaring is rekening gehouden met de gezondheidstoestand en leeftijd van betrokkene. Betrokkene heeft regelmatig contact gehad met de medische dienst en haar is specifieke zorg verleend en medicatie verstrekt naar aanleiding van haar klachten.

Tijdens terugkeergesprekken wordt door de regievoerder van de DT&V altijd rekening gehouden met de (medische) gesteldheid van een persoon. Dit ziet bijvoorbeeld op het hanteren van een aangepaste vraagstelling, bijvoorbeeld door het geven van meer uitleg wanneer dat nodig is. Hiervan is ook bij betrokkene sprake geweest.

Vraag 5

Deelt u de mening dat kwetsbare personen, waaronder ook oudere vrouwen vanaf bijvoorbeeld zestig jaar, niet in vreemdelingendetentie thuishoren? Bent u bereid ook voor «ouderen» een lichter alternatief voor vreemdelingenbewaring te ontwikkelen, zoals dat ook voor minderjarigen van toepassing is?

Antwoord 5

Nee. Ik ben van mening dat reeds afdoende rekening wordt gehouden met bijzondere omstandigheden. De detentie(on)geschiktheid wordt steeds beoordeeld, zoals dat in het onderhavige geval ook is gebeurd. Daarnaast wordt gedurende de bewaring rekening gehouden met leeftijd en gezondheid van de in bewaring gestelde.

Vraag 6

In welke mate is tijdens de vreemdelingendetentie en bij de overplaatsingen vanuit Zeist naar Rotterdam en vanuit Rotterdam naar Ter Apel, rekening gehouden met de zwakke medische gesteldheid van deze 73-jarige mevrouw? Kunt u uiteenzetten wat in het geval van ernstige medische problemen de protocollen in vreemdelingendetentie zijn, en of die in dit geval zijn nageleefd?

Antwoord 6

In mijn antwoord op vraag 4 heb ik reeds aangegeven dat gedurende haar verblijf in vreemdelingenbewaring rekening is gehouden met de gezondheidstoestand en leeftijd van betrokkene. Op basis van het medisch dossier kan niet gesteld worden dat er sprake was van een ernstige medische problematiek. De klachten van betrokkene waren met name leeftijdsgebonden klachten. Indien de gezondheidstoestand daartoe aanleiding geeft, wordt het protocol Bijzondere Medische Dossiers gehanteerd. In dit geval bestond hiertoe geen aanleiding.

Ook tijdens het vervoer van betrokkene van Rotterdam naar Ter Apel is rekening gehouden met de gezondheidstoestand en leeftijd van betrokkene. Zij is onder begeleiding van twee transportgeleiders in een minimaal beveiligd voertuig naar Ter Apel gebracht. Een minimaal beveiligd voertuig is een als Justitievervoer onherkenbaar voertuig zonder compartimenten.

De medische dienst heeft voorafgaand aan de overplaatsing naar de vrijheidsbeperkende locatie (VBL) aangegeven geen beletsel te zien voor overplaatsing. Gelet op de gezondheidssituatie van betrokkene is overleg gevoerd met het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) ten aanzien van de mogelijkheden voor betrokkene. Het COA heeft vervolgens diverse faciliteiten verzorgd zoals een gedeelde benedenwoning.

Vraag 7

Kunt u uiteenzetten onder welke omstandigheden deze mevrouw uiteindelijk in de vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel is overleden? Is, wellicht op grond van onderzoek, uitgesloten dat de vreemdelingendetentie en/of de laatste overplaatsing naar Ter Apel daar een rol in heeft gespeeld?

Antwoord 7

Zoals hiervoor vermeld heeft voor de komst van betrokkene naar de VBL Ter Apel uitgebreid overleg plaatsgevonden over haar medische situatie. Tijdens het verblijf is er aan betrokkene veel zorg en aandacht besteed. Bij geen van de betrokken instanties of medebewoners is er een vermoeden geweest dat betrokkene zo plotseling zou overlijden. Betrokkene is op de ochtend van de dag van overlijden nog door diverse personen gezien, terwijl zij over het terrein van de VBL wandelde. Wat later op die dag is zij onverwacht een natuurlijke dood gestorven. Ik acht het dan ook niet aannemelijk dat de detentie zelf of de laatste overplaatsing daarbij een rol heeft gespeeld.

Vraag 8

Welke handelingen en afwikkelingen hebben er vanuit het ministerie van Justitie en de Dienst Terugkeer en Vertrek plaatsgevonden na het overlijden van deze mevrouw, mede in de richting van haar nabestaanden?

Antwoord 8

Het COA heeft na het overlijden van betrokkene contact opgenomen met familieleden die in Nederland verblijven. Met hen is vervolgens door het COA de uitvaart van betrokkene geregeld. De bezittingen van betrokkene zijn aan hen meegegeven.


XNoot
1

Het Parool, 30 september 2010, het vervolgartikel in dezelfde krant is «Een sterke vrouw met een sterk karakter».

Naar boven