Vragen van de leden Wilders en Kortenoeven (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de schandelijke uitlatingen van de Indonesische ambassadeur over PVV-leider Geert Wilders en de Nederlandse kiezers die op de PVV gestemd hebben (ingezonden 24 september 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 1 oktober 2010).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Bezoek uit Jakarta ondanks Wilders», waarin de Indonesische ambassadeur in Nederland, Yunus Effendi Habibie, uitspraken doet over de vermeende ondeskundigheid, de «haatzaaierij» en het «schreeuwen» en «blaffen» van PVV-leider Geert Wilders en waarin hij insinueert dat de Nederlanders die op de PVV hebben gestemd aan een «angstpsychose» leiden?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft de Indonesische ambassadeur namens de Indonesische regering gesproken?

Antwoord 2

Een ambassadeur spreekt in principe namens zijn regering.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de uitspraken van Habibie beledigend, onwaar en ongepast zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zoals ik al eerder heb aangegeven staat het de ambassadeur in een land dat de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft staan, vrij om te zeggen wat hij wil en zijn zorgen te uiten over de beelden die de PVV over de Islam oproept. Ik vond het evenwel niet verstandig van de ambassadeur zich in de termen zoals hij die heeft gebruikt uit te laten over de kiezers van de PVV. Ik heb hem dit nog dezelfde dag door een hoge ambtenaar van mijn ministerie laten mededelen. Tijdens dit gesprek heeft ambassadeur Habibie begrip getoond voor mijn opvatting en zijn uitspraak teruggenomen.

Vraag 4

Bent u bereid ambassadeur Habibie te ontbieden om uw ongenoegen over deze uitspraken aan hem door te geven?

Antwoord 4

Neen.

Vraag 5

Bent u bereid deze vragen per ommegaande, maar in ieder geval vóór het aanstaande staatsbezoek te beantwoorden?

Antwoord 5

Ja.


XNoot
1

het Financieele Dagblad, 23 september 2010.

Naar boven