Vragen van het lid Uitslag (CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een zwarte lijst van rookhoreca (ingezonden 17 januari 2011).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 januari 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Zwarte lijst «rookhoreca» in de maak»?1 Heeft u kennisgenomen van het bericht van de VWA dat in ruim de helft van de kroegen en disco's weer wordt gerookt? Deelt u de mening dat handhaving van het rookverbod strenger moet worden gehandhaafd? Zo ja, hoe gaat u dat in de toekomst aanpakken?

Antwoord 1

Ja, ik ken het bericht «Zwarte lijst rookhoreca in de maak». De nVWA heeft mij geïnformeerd over de nalevingscijfers met betrekking tot het rookverbod in de horeca. Daaruit blijkt inderdaad dat in het najaar 2010 ongeveer in de helft van de cafés en discotheken gerookt wordt.

Binnen deze categorie vallen ook de kleine cafés, waar relatief meer gerookt wordt. Nu deze kleine cafés zonder personeel worden uitgezonderd van het rookverbod, verwacht ik overigens dat de naleving in de overige cafés en discotheken relatief hoger zal uitvallen.

De nVWA zal het rookverbod in de horeca waar het rookverbod blijft gelden intensief handhaven. De nVWA zal prioriteit geven aan het handhaven in de horeca waar het rookverbod het minst goed wordt nageleefd (cafés en discotheken). Omdat de kleine cafés zonder personeel worden uitgezonderd vervalt overigens ook een flink aantal cafés waar de nVWA anders intensief zou moeten handhaven. Daarnaast wordt de naleving van het rookverbod ook gecontroleerd door andere inspectieteams van de VWA (voedselveiligheid en leeftijdsgrenzen).

Vraag 2

Kunt u voorafgaand aan het algemeen overleg van 19 januari a.s., uiterlijk 7 uur ’s ochtends, de Kamer de volgende gegevens doen toekomen en de volgende vragen beantwoorden:

  • a. hoeveel inspecteurs werken tussen juli en december 2010 voor de VWA specifiek op het handhaven van het rookbeleid?

  • b. hoeveel inspecties zijn er in deze periode uitgevoerd en hoeveel inspecties zijn specifiek bij kroegen (en discotheken) met personeel uitgevoerd?

  • c. hoeveel inspecteurs werken in die periode in de avonduren na 22.00 uur en in het weekend?

  • d. op welke wijze zijn deze inspecteurs herkenbaar of zijn zij incognito?

  • e. hoe zijn de inspecteurs verspreid over het land?

  • f. op welke plekken in ons land wordt volgens de VWA het rookverbod het minst opgevolgd en waar het meest?

  • g. hoeveel boetes en welke vorm van boetes worden er per maand waar in het land opgelegd, in de periode juli t/m dec. 2010?

  • h. hoeveel horecagelegenheden hebben sinds het begin van het rookverbod in juli 2008 al twee of meer boetes gekregen?

Antwoord 2

  • a. In deze periode waren ca. 200 inspecteurs onder meer belast met het toezicht op de rookverboden. Ongeveer 80 van deze groep hield met name toezicht in de niet-bereidende horeca, ook was deze groep belast met het toezicht op de Drank- en Horecawet.

  • b. In totaal zijn in deze periode 14 181 inspecties uitgevoerd, waarvan 1035 specifiek in de niet-bereidende horeca. De telling van de VWA geeft niet aan welk percentage hiervan bedrijven zonder personeel zijn, omdat dit alleen wordt geconstateerd indien er een maatregel wordt genomen wegens overtreding van het rookverbod.

  • c. De voornoemde 80 inspecteurs werkten in die periode ook in de avonduren na 22.00 uur en in de weekenden.

  • d. Voornoemde inspecteurs werken in burger en melden zich vooraf, of achteraf nadat een inspectie heeft plaatsgevonden.

  • e. De inspecteurs werken in vijf teams – noord, oost, zuid, zuidwest en noordwest – gespreid over het land; daarnaast is een landelijk leeftijdsgrenzen team actief.

  • f. De naleving kan plaatselijk en binnen de gemeenten zeer verschillen, maar op regionale verschillen kan de VWA niet wijzen.

  • g. In deze periode zijn uitsluitend bestuurlijke boeten opgelegd. In juli 113, in augustus 108, in september 133, in oktober 45, in november 32 en in december 33. Deze boeterapporten zijn opgemaakt bij bedrijven gespreid over het hele land. Zie ook het antwoord op 2f.

  • h. Sinds het begin van het rookverbod heeft de VWA bij 1079 bedrijven 2 of meer boeterapporten opgemaakt.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat, ondanks dat in de helft van de kroegen en disco’s met personeel weer wordt gerookt, er nog steeds geen kroeg of disco met personeel voor de rechter is gedaagd? Komt dit omdat de VWA (en/of het Openbaar Ministerie) geen aanwijzing heeft gekregen van u om dit adequaat te kunnen uitvoeren? Bent u bereid een heldere aanwijzing te gaan geven aan zowel de VWA als het OM omtrent het handhaven van het rookverbod in horeca? Kan die aanwijzing de strekking bevatten, dat het OM automatisch een gerechtelijke procedure start tegen een horecagelegenheid na twee of meer boetes ?

Antwoord 3

Bij cafés met personeel vindt de handhaving op dit moment normaal doorgang via het traject van de bestuurlijke boete, bezwaarfase en beroep op de bestuursrechter. In dat traject is een aantal zaken bij de bestuursrechter aanhangig. Inmiddels loopt er ook al een aantal zaken in hoger beroep.

Eerder heeft mijn voorganger met de voormalig minister van Justitie afspraken gemaakt over het inzetten van het strafrechtelijke traject voor de handhaving. Dit was toen bedoeld om de openlijke overtreding van het rookverbod in de horeca krachtig tegen te gaan.

Het inzetten van het strafrechtelijk traject is zowel qua capaciteit als qua kosten een zeer intensief traject, dat ook weerstand bij de sector oproept. Door het arbeidsintensieve karakter van dit traject, zal het aantal inspecties dat de nVWA op de risicozones kan uitvoeren, bovendien drastisch verminderen. Ik zie het inzetten van het strafrecht daarom nu niet als de beste manier om de komende tijd intensief op de risicozones te gaan handhaven.

Met de nVWA en met het ministerie van V&J ben ik voortdurend in gesprek over hoe we de huidige handhavingscapaciteit zo goed mogelijk kunnen inzetten voor een efficiënte en doelmatige handhaving op specifiek de risicozones.

Voor de komende periode zal ik alles in het werk stellen om via de bestuurlijke weg de norm van een rookvrije horeca in de gelegenheden die niet onder de uitzondering vallen, te monitoren en te handhaven.


XNoot
1

NU.nl, 10 januari 2011.

Naar boven