Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg (ingezonden 22 oktober 2010).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 12 januari 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 624.

Vraag 1

Kunt u aangeven of en zo ja op welke wijze de Provincie Limburg in haar definitieve Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg rekening heeft gehouden met de zienswijze van uw VROM-inspectie, die zij mede namens de (toenmalige) minister van LNV indiende op de ontwerpplannen?

Antwoord 1

De provincie Limburg heeft de zienswijze deels gegrond en deels ongegrond verklaard en de onderbouwing in de toelichting op onderdelen aangepast.

Vraag 2

Kunt u aangeven of de destijds geuite twijfels rond de bijdrage die de aanleg van deze weg zou leveren aan de herstructureringsambities van de regio met dit definitieve plan zijn weggenomen? Zo nee, welke consequenties verbindt u daaraan?

Antwoord 2

Ik accepteer de opvatting van de provincie Limburg dat het niet realistisch is alle maatregelen in het kader van de regionale herstructureringsambities mee te nemen in dit inpassingsplan.

Vraag 3

Kunt u aangeven of de bezwaren tegen de aantasting van de Ecologische Hoofd Structuur, Natura 2000 gebieden, het Nationale Landschap Heuvelland en Rijksbufferzone Sittard–Geleen zijn weggenomen? Zo nee, welke consequenties verbindt u daaraan?

Antwoord 3

Bij het antwoord op vraag 1 heb ik reeds aangegeven dat de zienswijze op deze aspecten deels gegrond en deels ongegrond zijn verklaard. Er is nu een ruimere onderbouwing gegeven op die onderdelen. Mede in het licht van het kabinetstreven de verantwoordelijkheid voor wat betreft het domein ruimte meer bij de provincies te leggen verbind ik verder geen consequenties aan de weerlegging van de zienswijze.

Naar boven