Vragen van het lid
Pechtold
(D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een kerosinestrijd met Iran (ingezonden 24 december 2010).
Antwoord van minister
Rosenthal
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 januari 2011)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «KLM geraakt door kerosinestrijd Iran»?1
Antwoord 1
Het is mij bekend dat de brandstofleveranciers op Schiphol sinds enige tijd geen kerosine meer verstrekken aan IranAir en
dat KLM minder kerosine krijgt in Teheran. De voormalige Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mottaki zegde zijn bezoek
aan Nederland ter gelegenheid van de Conference of the States Parties van de Organisation for the Prohibition of Chemical
Weapons (OPCW) af, nadat de regering had aangegeven geen brandstofgarantie te kunnen afgeven aangezien dat een zaak voor individuele
kerosineleveranciers is.
Vraag 2
Is het waar dat er op Amerikaans advies geen brandstofgarantie werd geleverd aan (inmiddels voormalig) minister van Buitenlandse Zaken
van Iran Manouchehr Mottaki?
Antwoord 2
Nee. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft enkel contact opgenomen met de VS om de precieze reikwijdte van de Amerikaanse
sanctiewetgeving CISADA te vernemen. Hierbij is niet om advies gevraagd, noch is advies verkregen.
Vraag 3
Had Nederland louter een rol had als gastheer van de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPWC)-bijeenkomst?
Zo nee, kunt u uitleggen welke rol Nederland had?
Antwoord 3
Nederland is gastland van de OPCW en heeft als lidstaat deelgenomen aan de jaarlijkse Conference of the States Parties. Ik
zou van de aanwezigheid van mijn ambtgenoot bij de conferentie gebruik hebben gemaakt om een gesprek te voeren over een aantal
zorgpunten, zoals mensenrechten, non-proliferatie en consulaire kwesties.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het gegeven dat de minister van Buitenlandse Zaken van Iran niet in de gelegenheid was om deel te nemen aan
gesprekken over non-proliferatie van chemische wapens, terwijl de sancties ten aanzien van Iran bedoeld zijn om Iran aan de
onderhandelingstafel te krijgen om te spreken over non-proliferatie van chemische en nucleaire wapens?
Antwoord 4
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken was wel degelijk in de gelegenheid om deel te nemen aan de OPCW-conferentie. Hij
heeft zelf besloten zijn bezoek af te zeggen. Een Iraanse vice-minister van Buitenlandse Zaken is vervolgens met een delegatie
naar Den Haag afgereisd en heeft deelgenomen aan de conferentie.
Vraag 5
Heeft u advies gevraagd aan andere regeringen over het leveren van brandstofgarantie? Vindt u dat de Europese Unie (EU) alleen
geloofwaardig en effectief kan opereren als het onafhankelijke afwegingen maakt ten aanzien van Iran? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
De regering heeft geen advies bij andere (EU-)regeringen ingewonnen over het al dan niet afgeven van een brandstofgarantie.
Binnen de EU-sanctieverordening is het leveren van kerosine aan Iraanse burgerluchtvaartmaatschappijen toegestaan. Het feit dat een groot aantal
brandstofleveranciers geen kerosine meer levert is een gevolg van een individuele afweging van deze bedrijven.
Vraag 6
Is er sprake van druk van overheden op Europese bedrijven om verder te gaan dan EU sancties behelzen?
Antwoord 6
De Nederlandse overheid oefent zulke druk volstrekt niet uit. Ik kan niet voor andere overheden spreken.
Vraag 7
Deelt u de mening dat een «brandstoffenoorlog» tussen luchtvaartmaatschappijen buiten het EU sanctiepakket valt en onnodig
Iraanse burgers isoleert, aangezien zij nu te maken hebben met wachttijden van weken voordat zij naar Europa kunnen vliegen
voor studie, vakantie of werk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Sancties gericht op brandstofleveranties vallen bewust buiten het EU-sanctiepakket. Ze zouden de Iraanse burgerbevolking onnodig
hard raken, terwijl de Europese sancties juist gericht zijn op het Iraanse nucleaire programma en het leiderschap zelf.
XNoot
1Leeuwarder Courant, «KLM geraakt door kerosinestrijd Iran», 18 december 2010.