Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
831
Vragen van de leden Knops en Algra (beiden
CDA) aan de staatssecretaris van Defensie over het aan banden leggen
van motorsport op Defensieterreinen. (Ingezonden 9 november
2009)
1
Is het waar dat u in toenemende mate het gebruik van Defensieterreinen
voor het beoefenen van motorsport aan banden legt, door het helemaal niet
meer toe te staan, circuits die op Defensieterreinen liggen te sluiten, of
door de mogelijkheden tot en de frequentie van het gebruik te reduceren? Zo
ja, waarom?
2
Is het bovendien waar dat de huur op sommige locaties sterk verhoogd wordt?
Zo ja, op welke locaties en waarom? Wordt hiermee beoogd het bestaande gebruik
feitelijk onmogelijk te maken?
3
Is het waar dat u het niet meer toestaat om één of twee
keer per jaar een «off-road-rit» op verschillende terreinen te
organiseren? Zo ja, waarom?
4
Hoe verhoudt deze praktijk zich tot het in het Structuurschema Militaire
Terreinen geformuleerde beleid dat «op sommige plaatsen waar dit recreatieve
gebruik historisch is gegroeid het voortgezet kan worden zolang er geen (toenemende)
strijdigheid optreedt met belangen van natuur, milieu en andere recreatie.»?
5
Kunt u een overzicht geven van alle locaties waarop momenteel gebruik
plaatsvindt, tegen welke huur en intensiteit van gebruik; alsmede een overzicht
van locaties waar u in de toekomst voornemens bent het bestaande gebruik te
reduceren of af te schaffen?
6
Kunt u tevens een overzicht geven de terreinen die in het nabije verleden
nog beschikbaar waren voor het beoefenen van motorsport, maar die daar inmiddels
voor gesloten zijn?
7
Bent u bekend met het feit dat het aantal Nederlanders dat de motorsport
beoefent jaarlijks groeit, tot nu al ruim 20.000 sporters?
8
Ziet u een maatschappelijk rol voor Defensie weggelegd om het historisch
gegroeide gebruik van Defensieterreinen voor de beoefening van motorsport
te continueren, om zo ook wildcrossen te voorkomen en kwetsbare natuurgebieden
te ontzien?
9
Bent u bereid deze vragen vóór de plenaire behandeling van
de Defensiebegroting te beantwoorden?
Antwoord
Antwoord van staatssecretaris De Vries (Defensie) (ontvangen 30 november 2009)
1 en 3
In de beleidsregel recreatief medegebruik van defensieterreinen (Staatscourant,
21 december 2005) is bepaald dat niet-natuurgericht recreatief medegebruik,
zoals motor- en autosport, niet wordt toegestaan tenzij wordt voldaan aan
de volgende voorwaarden:
– het medegebruik is niet schadelijk voor de natuur en of het
milieu;
– het medegebruik is niet schadelijk of hinderlijk voor het
natuurgericht recreatief medegebruik;
– er zijn geen alternatieven in de omgeving beschikbaar.
De beleidsregel is tot stand gekomen tegen de achtergrond van de nieuwe
Natuurbeschermingswet en strookt met het beleid voorrang te geven aan natuurgericht
medegebruik zoals wandelen en fietsen. Verder is in de beleidsregel opgenomen
dat bestaande vormen van niet-natuurgericht medegebruik zorgvuldig zullen
worden beëindigd.
2
In situaties dat het niet-natuurgericht medegebruik nog niet kan worden
beëindigd, zal het medegebruik een formele basis moeten hebben. De medegebruiker
heeft in die gevallen een overeenkomst met de Staat via het Rijksvastgoed-
en ontwikkelingsbedrijf (RVOB, voorheen de Dienst Domeinen) van het ministerie
van Financiën. De vergoedingen of huren zullen in beginsel marktconform
zijn. Er is geen sprake van sterke prijsverhogingen. Defensie heeft geen beleid
door middel van beprijzing bestaand medegebruik onmogelijk te maken.
4
In het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) is bepaald dat
rijden met four wheel drive voertuigen en off the road motoren niet is toegestaan,
behalve op enkele plaatsen waar dit historisch zo is gegroeid. Tevens is in
het SMT aangekondigd dat waar mogelijk een einde wordt gemaakt aan lawaaiige
sportactiviteiten op defensieterreinen. Vaak staan deze activiteiten op gespannen
voet met natuurdoelstellingen en met andere vormen van recreatie. Die spanning
neemt nog toe door de verscherpte milieuwetgeving en de toenemende behoefte
aan extensieve recreatie.
5
Op dit moment is er sprake van motorsport op de volgende terreinen:
– ISK Harskamp: Er wordt geen huur geheven. Het terrein wordt zeven
dagen per jaar gebruikt van 08.00 uur tot 17.00 uur. Het gebruik is opgezegd,
maar wordt niettemin gedoogd totdat de voorziene alternatieve locatie beschikbaar
is.
– Arnhemse Heide: De huur bedraagt € 4.427 per jaar. Het
terrein is het gehele jaar in gebruik op zaterdagen van 13.00 uur tot 17.00
uur en op zondagen van 09.00 uur tot 13.00 uur.
Daarnaast is het terrein in de zomermaanden in gebruik op woensdagen van18.00
uur tot 21.00 uur. Per jaar zijn er zes wedstrijddagen van 08.00 uur tot 18.00
uur.
– Weerterheide: de huur bedraagt € 1.089 per jaar. De
gebruiksperiode is onbepaald. Het terrein wordt elke zaterdag en zondag gebruikt
en er zijn drie weekeinden per jaar wedstrijden. Er wordt gezocht naar een
alternatieve locatie. Als die beschikbaar is kunnen de motorcrossactiviteiten
op dit terrein worden beëindigd.
– Oirschotse Heide: de huur bedraagt € 864,91 per jaar.
De gebruiksperiode is onbepaald. Het terrein wordt vijf dagen per week gebruikt
ten behoeve van de jeugd tot en met 21 jaar. Er worden motoren gebruikt met
een motorinhoud van maximaal 125 cc.
6
Het oefenterrein Havelte-West is niet meer beschikbaar voor motor- en
autosport. Het oefenterrein Baggelhuizen waar dergelijke activiteiten werden
gehouden is inmiddels afgestoten door Defensie. De motorsportvereniging SALZ
in Amersfoort heeft de activiteiten enkele jaren gelden verplaatst van het
oefenterrein Oude Kamp naar een niet-defensieterrein.
7 en 8
De bestrijding van wildcrossen en het beheer van kwetsbare natuurgebieden
zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden en terreinbeheerders.
Defensie heeft daarom een terughoudend beleid bij het toestaan van niet-natuurgericht
recreatief medegebruik en handhaaft de regels consequent. Waar Defensie het
medegebruik door motorsporters beëindigt, wordt in overleg met betrokken
partijen gestreefd naar vervangende voorzieningen met als doel illegale praktijken
zoveel mogelijk te voorkomen. Defensie stelt zich dan ook constructief op
bij verplaatsingen van motorsportactiviteiten naar terreinen die minder belangrijk
zijn voor natuurwaarden en natuurgerichte recreatie.