Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

83

Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over het bericht dat alle winkels in Amsterdam elke zondag open mogen. (Ingezonden 3 september 2009)

1

Kent u het bericht «Binnenkort koopzondag voor de hele stad»?1

2

Hoe beoordeelt u de brief van de Amsterdamse wethouder over algehele zondagsopening in Amsterdam, in het licht van de rechterlijke vernietiging van het besluit van de deelraad Amsterdam-Noord om het stadsdeel toeristisch te verklaren?

3

Deelt u de mening dat het besluit van de gemeente in strijd is met het tegengaan van oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen?

4

Vindt u ook dat de kleine winkelier de dupe wordt van het argument dat algehele zondagsopening oneerlijke concurrentie tussen stadsdelen wegneemt? Neemt door de algehele zondagsopening oneerlijke concurrentie tussen grote en kleine ondernemers niet juist toe?

5

Deelt u de mening dat de situatie in Amsterdam de noodzaak van handhaving van de Winkeltijdenwet onderstreept? Zo ja, wanneer verwacht u de Kamer de resultaten van het CPB-onderzoek toe te sturen?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken) (ontvangen 22 september 2009)

1

Ja.

2

De bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen, berust op grond van artikel 3, derde lid, aanhef en onder a, van de Winkeltijdenwet bij de gemeenteraad. Indien deelgemeenten zijn ingesteld, kan de gemeenteraad deze bevoegdheid overdragen aan de deelgemeenteraden. In Amsterdam is dit nu nog het geval. In de uitspraak over Amsterdam-Noord heeft de rechter dan ook gekeken naar de toeristische aantrekkingskracht van de deelgemeente Amsterdam-Noord.

Een gemeenteraad kan er ook voor kiezen om de bevoegdheid zelf te houden of weer naar zich toe te trekken. Indien de gemeenteraad van Amsterdam dit doet en kan aantonen dat er sprake is van autonoom toerisme in de gemeente, is zij op grond van de huidige Winkeltijdenwet bevoegd zondagsopening toe te staan in de gehele gemeente. Deze bevoegdheid is niet beperkt tot het «toeristisch gebied». Het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet (Kamerstukken II, 2008/09, 31 728) brengt hierin geen verandering. Wel moet de gemeenteraad van Amsterdam dan kunnen aantonen dat er sprake is van substantieel en autonoom toerisme in de gemeente. Ook moet zij in ieder geval een aantal belangen, zoals de werkgelegenheid en economische bedrijvigheid, de zondagsrust, leefbaarheid en veiligheid en openbare orde in de besluitvorming meenemen en moet het besluit vergezeld gaan van een toelichting.

3

Met het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet wordt beoogd het oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet tegen te gaan. Bij oneigenlijk gebruik gaat het om een ruimer gebruik van de bevoegdheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen in verband met toerisme in de gemeente dan de wetgever, gelet op de redactie, systematiek en wetsgeschiedenis van de Winkeltijdenwet, voor ogen heeft gestaan. Indien de gemeente Amsterdam bij de beslissing over de toepassing van de toerismebepaling binnen de kaders van de wet blijft, is er geen sprake van oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet. Zoals bij de vorige vraag vermeld, is de gemeenteraad van Amsterdam bevoegd zondagsopening toe te staan in de gehele gemeente indien sprake is van autonoom toerisme in de gemeente.

4

Er is geen sprake van oneerlijke concurrentie tussen grote en kleine ondernemers. Waar de gemeente Amsterdam haar bevoegdheid om de gemeente toeristisch te verklaren en zondagsopening toe te staan neerlegt, heeft niets met oneerlijke concurrentie te maken. Echter, uiteindelijk kan dit ertoe leiden dat de concurrentieverhoudingen tussen grote en kleine ondernemers wijzigen.

Uit het CPB-rapport blijkt dat de verwachting is dat kleine winkels er door het wetsvoorstel wat in omzet op vooruit gaan, terwijl de winkelketens er in omzet wat op achteruit gaan. De reden hiervoor is dat winkelketens bij minder zondagsopening hun schaalvoordelen minder kunnen benutten, en dat geeft kleine winkeliers een kostenvoordeel. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet heb ik dan ook uitdrukkelijk bepaald dat een gemeente die gebruik wil maken van de toerismebepaling naast de economische belangen ook andere belangen in haar afweging moet betrekken. In het wetsvoorstel wordt een aantal belangen genoemd. De belangen van de kleine ondernemer kunnen onder de belangen van de werkgelegenheid en economische bedrijvigheid en de leefbaarheid worden gebracht en dus worden meegenomen in de afweging van de gemeenten.

5

Met het wetsvoorstel wordt beoogd het oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet tegen te gaan. Indien de gemeente Amsterdam binnen de kaders van de wet blijft, is er echter geen sprake van oneigenlijk gebruik van de toerismebepaling. Er is dan geen sprake van met de wet strijdige situaties, zodat handhaving niet in beeld komt. De resultaten van het CPB-onderzoek zijn op 8 september 2009 reeds naar uw Kamer gestuurd.


XNoot
1

 Het Parool, 2 september 2009 http://www.parool.nl/parool/nl/30/ECONOMIE/article/detail/26060 2/2009/09/02/Binnenkort-koopzondag-voor-de-hele-stad.dhtml

Naar boven