Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
718
Vragen van het lid De Krom (VVD) aan de staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Justitie
over polygamie. (Ingezonden 13 november 2009)
1
Bent u bekend met het bericht «Negen Tilburgers zijn dubbel gehuwd»?1
2
Hoe is het mogelijk dat er negen personen met twee huwelijken in de Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA) in Tilburg staan geregistreerd, terwijl polygame
huwelijken bij wet zijn verboden? Als de oorzaak hiervan ligt bij regels c.q.
internationale verdragen, welke regels c.q. internationale verdragen moeten
er dan worden gewijzigd om te voorkomen dat polygame huwelijken in Nederland
moeten worden erkend?
3
Hoeveel gevallen van polygamie staan er in het hele land geregistreerd
in de GBA?
4
Bent u van oordeel dat er sprake is van rechtsongelijkheid als polygame
huwelijken die in het buitenland worden gesloten in Nederland wel worden erkend,
terwijl het sluiten van polygame huwelijken in Nederland zélf wettelijk
is verboden? Zo ja, deelt u de mening dat om dit gelijk te trekken, in het
buitenland gesloten polygame huwelijken in Nederland nooit mogen worden erkend
wegens strijdigheid met de Nederlandse wet?
5
Heeft u aanwijzingen dat de Nederlandse wet wordt omzeild doordat mensen
in het buitenland trouwen en vervolgens het polygame huwelijk in Nederland
laten erkennen? Zo ja, om hoeveel mensen gaat het?
6
Is het mogelijk om verblijfsvergunningen te weigeren of in te trekken
in het geval een vreemdeling een polygaam huwelijk heeft?
7
Bent u bereid deze vragen voorafgaand aan het algemeen overleg Inburgering
buitenland en huwelijksmigratie op 18 november 2009 te beantwoorden?
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie), mede
namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 19 november 2009)
2
Zoals onder meer is aangegeven in antwoorden van de Staatssecretaris van
Justitie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 3 oktober 2008 (Tweede Kamer 190, 191 en 192) op vragen van het lid Arib,
vragen van het lid Fritsma en vragen van het lid Van Raak, worden polygame
huwelijken die door personen met een niet-Nederlandse nationaliteit in het
buitenland rechtsgeldig zijn gesloten thans, nog in beginsel als rechtsgeldig
erkend, behoudens de beperkingen vermeld in antwoord 4. Dit is gebaseerd op
de Wet conflictenrecht huwelijk, die uitvoering geeft aan het Verdrag inzake
de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken (Trb. 1987,
137).
3
Op 17 november 2009 stonden 1374 personen als polygaam gehuwd geregistreerd
in de GBA. In 2008 zijn er 4 ingeschreven.
4
De afspraken die in het kader van het internationaal privaatrecht worden
gemaakt hebben tot doel de rechten van personen te beschermen en te voorkomen
dat die in het ene land wel en in het andere land niet worden erkend. Huwelijken
die door vreemdelingen in het buitenland rechtsgeldig zijn gesloten worden
erkend tenzij dit in strijd zou zijn met onze openbare orde. Strijd met de
openbare orde wordt minder snel aangenomen als de Nederlandse rechtssfeer
niet of in mindere mate is betrokken. Niettemin ben ik van mening dat polygame
huwelijken niet in onze rechtsorde passen. Om die reden heb ik een rechtsvergelijkend
onderzoek laten uitvoeren door de Universiteit Utrecht naar de erkenning van
polygame huwelijken volgens regels van internationaal privaatrecht in ons
omringende landen. De resultaten van het onderzoek verwacht ik aan het eind
van deze maand. Zoals aangegeven in de brief van 2 oktober 2009 inzake huwelijksmigratie
en integratie (kamerstukken II, 2009/2010, 32 175, nr. 1) zal aan de
hand van het onderzoek een standpunt worden bepaald en zal ook worden bezien
of vestiging van strafrechtsmacht ter zake van polygamie buiten Nederland
gepleegd door een vreemdeling met vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland
wenselijk is.
5
Ik heb daar geen aanwijzingen voor. Ik merk daarbij op dat het gaat om
erkenning van huwelijken van personen met een niet-Nederlandse nationaliteit.
6
Het toelatingsbeleid houdt op dit punt in, dat slechts één
vrouw en de uit haar geboren kinderen worden toegelaten. Indien de in Nederland
verblijvende hoofdpersoon met een andere man of vrouw samenleeft, komt de
wettelijke echtgenote niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking.
7
Voor het antwoord op deze vraag moge worden verwezen naar het bovenstaande.
XNoot
1 Brabants Dagblad, 12 november 2009.