Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

630

Vragen van de leden Van Bommel en Poppe (beiden SP) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over vermeende betaling smeergeld door Italiaanse troepen in Afghanistan. (Ingezonden 20 oktober 2009)

1

Hebt u kennisgenomen van berichten dat Italiaanse troepen tot 2008 smeergeld betaalden aan Afghaanse strijders in de provincies Herat en Surobi?1

2

Acht u het mogelijk dat de Italiaanse troepen geld hebben betaald aan Afghaanse strijders maar verzuimd hebben de Fransen daarover in te lichten? Bent u bereid daar navraag naar te doen bij de Italiaanse regering? Zo nee, waarom niet?

3

Bent u bereid bij de Franse regering navraag te doen naar de veronderstelling dat de Italiaanse troepen geld aan Afghanen hebben betaald, maar dat de Franse leiding geweigerd heeft dit beleid voort te zetten? Zo nee, waarom niet?

4

Is het waar dat Italië het resultaat voor haar optreden in de provincie Surobi presenteerde als goed voorbeeld van het winnen van «hearts and minds» van de plaatselijke Afghaanse bevolking?2 In welk licht komen dergelijke presentaties te staan als blijkt dat de rust is gekocht? Kunt u dat toelichten?

5

Kunt u uitsluiten dat NAVO-troepen smeergeld aan Afghaanse stamhoofden of Taliban-commandanten betalen, zeker in het licht van de uitspraak van een hoge NAVO-officier in Kaboel dat er niet al te doctrinair met zulk soort dingen moet worden omgegaan, maar dat het waanzin is om het wel te doen en vervolgens de bondgenoten daarover niet in te lichten?3 Zo nee, wat is het beleid op dat onderwerp?

6

Wat betekenen deze berichten naar uw opvatting voor de onderlinge verhoudingen van de troepenleverende landen? Wordt dit onderwerp op de NAVO-vergadering van ministers van Defensie in Bratislava, eind oktober 2009, besproken? Zo nee, op welke wijze wordt deze kwestie wel in de NAVO besproken?

7

Herinnert u zich uw antwoord op onze vragen over het betalen van beveiligingsgeld aan Taliban-commandanten van 19 december 2008?4 Bent u inmiddels op de hoogte van de bedragen die daarbij omgaan, daar u toen ook meldde dat «betrouwbare bedragen of percentages echter niet bekend» zijn? Zo ja, om welke bedragen gaat het daarbij? Zo nee, deelt u de mening dat het in het licht van de berichtgeving in The Times, noodzakelijk is te weten om welke bedragen het gaat daar prijsschommelingen tot ernstige veiligheidsrisico’s kunnen leiden, ook voor Nederlandse troepen? Zo nee, waarom niet?

8

Kunt u uitsluiten dat Nederlandse troepen in Uruzgan geld geven aan Afghaanse stamhoofden en militieleiders teneinde hun medewerking voor een project te krijgen? Zo nee, waarom niet en om welke gevallen gaat het dan?

Antwoord

Antwoord van minister Van Middelkoop (Defensie), mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en van Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 11 november 2009)

1

Ja.

2 en 4

Naar aanleiding van deze vraag is navraag gedaan bij het Italiaanse ministerie van Defensie. Het ministerie laat weten dat er geen beschermingsgeld door Italianen is betaald aan Afghaanse strijders.

De inspanningen van ISAF in het algemeen zijn erop gericht stabiliteit in Afghanistan te bewerkstelligen, zodat ontwikkeling kan plaatsvinden. De samenwerking met de lokale bevolking is daarvoor van het grootste belang.

Om te laten zien dat aanwezigheid van ISAF-troepen en de steun voor de Afghaanse regering in het belang is van die lokale bevolking, gaan militairen van Provincial Reconstruction Teams (PRT’s) in gesprek met de lokale bevolking om in kaart te brengen waar de precieze noden ter plekke liggen. Waar gewenst en mogelijk voeren zij kleinschalige, snel zichtbare ontwikkelingsprojecten uit met als doel het bewerkstelligen van draagvlak onder de bevolking voor hun aanwezigheid in het gebied.

3

Naar aanleiding van deze vraag is navraag gedaan bij het Franse ministerie van Defensie. Het ministerie laat weten niet te twijfelen aan de Italiaanse positie dat geen betalingen door Italië aan Afghaanse strijders hebben plaatsgevonden.

5

Het is geen beleid van de NAVO om smeergeld te betalen aan Afghaanse stamhoofden of Taliban-commandanten. Het is de verantwoordelijkheid van de individuele NAVO-landen om erop toe te zien dat zorgvuldig met betalingen wordt omgegaan.

6

Deze berichten hebben geen invloed op de onderlinge verhoudingen van de troepenleverende landen. Het onderwerp is in Bratislava niet aan de orde geweest.

7

Zoals reeds gemeld in antwoord op de vragen van de leden Van Bommel en Poppe over bedreigingen van de ISAF-aanvoerroutes naar Afghanistan (ingezonden 19 december 2008) kan de regering geen betrouwbare bedragen of percentages geven die door lokale vervoerders zouden worden betaald voor de beveiliging van transporten. De maatregelen die lokale vervoerders treffen voor de beveiliging van transporten zijn de verantwoordelijkheid van de betreffende dienstverleners. De regering is niet van mening dat de veiligheid van de Nederlandse troepen in het geding is.

8

De Nederlandse regering betaalt geen smeergeld. Zoals in de beantwoording op vragen 2 en 4 uiteengezet, zijn de inspanningen van ISAF erop gericht stabiliteit in Afghanistan te bewerkstelligen, zodat ontwikkeling plaats kan vinden.

Kleine projecten die worden uitgevoerd door PRT’s maken daar deel van uit, evenals goede contacten en een constante dialoog met de lokale bevolking. De planning en de aard van uit te voeren ontwikkelingsprojecten wordt met behulp van ontwikkelings- en tribale experts in samenspraak met de bevolking en de lokale autoriteiten bewerkstelligd. Vanwege de in delen van de provincie Uruzgan nog altijd fragiele veiligheidssituatie, maken beveiligingskosten vaak integraal deel uit van de totale begroting van een project.


XNoot
1

 The Times, 16 oktober 2009, «Italy’s peace bribe victims». Zie http://www.timesonline.co.uk/tol/news/world/Afghanistan/article6877125.ece en «Italie kocht Tailiban om» Algemeen Dagblad, 16 oktober 2009.

XNoot
2

 The Times, 16 oktober 2009.

XNoot
3

 Idem.

XNoot
4

 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1354, zie met name antwoord op vragen 5, 6, 7, 8, 9 en 12.

Naar boven