Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over beweringen dat Turkije chemische wapens heeft ingezet tegen Koerdische opstandelingen (ingezonden 17 augustus 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 8 september 2010).

Vraag 1

Kent u berichten uit de Nederlandse en Duitse pers over de vermeende inzet door Turkije van chemische wapens tegen Koerdische opstandelingen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de universiteit van Hamburg in een forensisch rapport bevestigt dat acht Koerden in september 2009 zeer waarschijnlijk zijn omgekomen door de inzet van chemische stoffen? Indien ja, wat is uw beoordeling van dit rapport?

Antwoord 2

Het is onjuist dat het Institut für Rechtsmedizin des Universitätsklinikums Hamburg-Eppendorf op basis van ter beschikking gestelde foto’s heeft aangegeven dat de afgebeelde slachtoffers zeer waarschijnlijk omkwamen door de inzet van chemische wapens.

Universiteitskliniek Hamburg-Eppendorf heeft naar aanleiding van de eerdere berichten in de media een rectificerend persbericht verspreid. In het persbericht (d.d. 13 augustus) wordt gemeld dat het instituut op geen enkele wijze bevestigt dat de dood van de afgebeelde slachtoffers het gevolg is van inzet van chemische wapens. Bovendien kan het Instituut volgens de verklaring geen oordeel geven over de oorzaak en het tijdstip van de verwondingen.2

Vraag 3

Is het tevens waar dat de resultaten van een uitgevoerde autopsie op deze acht Koerden door Turkije geheim worden gehouden?

Antwoord 3

Navraag bij Turkse autoriteiten leert dat autopsierapporten op basis van de Turkse wet alleen door de directe familie van betrokkenen opgevraagd kunnen worden. De rapporten worden dus niet geheim gehouden.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat Turkije nadere opheldering moet verschaffen over de omstandigheden waaronder deze acht Koerden zijn omgekomen en bent u bereid daarop aan te dringen?

Antwoord 4

Er is geen reden om aan te nemen dat Turkije in het bezit is van chemische wapens of dat Turkije deze wapens heeft gebruikt tijdens een confrontatie met Koerdische opstandelingen. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 2 van het lid Voordewind (kenmerk 2010Z11626).

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat bij weigering om opheldering te verschaffen, moet worden aangedrongen op onafhankelijk onderzoek, en bent u bereid deze suggestie, afkomstig uit de Duitse Bondsdag, in Europees verband aan de orde te stellen?

Antwoord 5

In de Duitse Bondsdag zijn (vooralsnog) geen vragen gesteld over deze kwestie. Mocht aan Nederland informatie bekend worden die twijfel doet rijzen over naleving van het Chemische wapensverdrag door Turkije dan zal om opheldering worden gevraagd conform de bepalingen van het verdrag.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Voordewind (ChristenUnie), ingediend 17 augustus (vraagnummer 2010Z11626).


X Noot
1

http://www.azady.nl/news.php?readmore=10175 en http://www.spiegel.de/politik/ausland/0,1518,711506,00.html

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven