Vragen van het lid
Van Miltenburg
(VVD) aan de minister van Defensie over kritiek van een generaal op de missie in Uruzgan (ingezonden 13 augustus 2010).
Antwoord van minister
Van Middelkoop
(Defensie) (ontvangen 3 september 2010).
Vraag 1
Kent u het artikel «Meer vrijheid voor troepen op missie»?1
Vraag 2, 3, 4 en 5
Wat is de status van de opmerkingen die generaal De Kruif in het artikel maakt?
Geven de opmerkingen de mening van de minister van Defensie en/of van de CDS weer?
Betekenen de opmerkingen dan dat wij forse steken hebben laten vallen tijdens de missie in Uruzgan of op zijn minst dat wij
beter hadden kunnen presteren dan dat wij hebben gedaan?
Heeft De Kruif deze kritiek al eerder intern geventileerd? Zo ja, wat is daar mee gedaan?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Het artikel in De Telegraaf is geschreven op basis van een presentatie van generaal-majoor De Kruif op een symposium van de
organisatie van internationale reserveofficieren CIOR over de rol van reservisten in operaties en een kort gesprek na die
presentatie. Hij heeft de omvang van de Nederlandse bijdrage aan ISAF niet gepresenteerd als een vertragend politiek compromis.
Wel heeft hij er op gewezen dat bepaalde randvoorwaarden, zoals een maximum aantal militairen en hun geografische beperkingen
bij de inzet, bepaalde uitdagingen in het operatiegebied met zich mee brengen. Deze constatering vat ik niet op als kritiek
op de politieke besluiten.
Generaal-majoor De Kruif heeft in dat kader de praktische mogelijkheden van een geïntegreerde coalitie als ISAF onderstreept.
De NAVO en haar partners hebben volgens hem de meerwaarde van internationale samenwerking in dergelijke missies aangetoond.
Juist de som van de capaciteiten van alle deelnemende landen maken de ISAF missie mogelijk.
Vraag 6
Is het succes van de missie eigenlijk minder groot dan tot op heden wordt gesuggereerd?Zo nee, hoe moeten de opmerkingen van
De Kruif dan worden geïnterpreteerd?Zo ja, wat betekenen deze constateringen voor eventuele volgende missies?
Antwoord 6
De Kamer is gedurende de Nederlandse bijdrage aan ISAF correct geïnformeerd over de voortgang en de resultaten, onder meer
door de periodieke stand-van-zakenbrieven. Bovendien zal een evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan de Kamer worden gestuurd,
zoals het Toetsingskader vereist.
Vraag 7, 8, 9, 10, 11 en 12
Wat vindt u ervan dat een topmilitair openbaar als mening ventileert dat hij onafhankelijker van de politieke leiding wil
kunnen opereren?
Hoe is deze opmerking van De Kruif dat het mogelijk was geweest dat Nederland permanent 6000 man in Uruzgan had kunnen hebben
te rijmen met de heersende opvatting dat bij de omvang van de nu afgesloten missie in Uruzgan de Nederlandse krijgsmacht op
zijn tenen moest lopen om deze missie te kunnen vervullen?
Bent u het inhoudelijk ook eens met de kritiek van De Kruif op het functioneren van de NAVO?
Heeft De Kruif deze opvattingen over het functioneren van de NAVO ook intern gecommuniceerd? Zo ja, wat is er met deze kritiek
gedaan? Zo nee, gaat u hierover alsnog met De Kruif in gesprek en kunt u de Kamer hierover dan rapporteren?
Zo nee, hoe kan het dat u hierover een andere opvatting heeft dan een generaal die namens Nederland de hoogste positie binnen
een missie in NAVO verband ooit heeft bekleed en daarmee dus toch een relevante evaluatie van het functioneren van de NAVO-missie
van binnen uit kan beoordelen?
Hebben de opvattingen van De Kruif consequenties voor Nederlandse deelname aan toekomstige NAVO-missies?
Antwoord 7, 8, 9, 10, 11 en 12
Generaal-majoor De Kruif heeft gemeld dat indien internationale samenwerking niet mogelijk was geweest, wellicht 6000 militairen
in Uruzgan nodig geweest zouden zijn. Met dit voorbeeld heeft hij het belang van internationale samenwerking onderstreept.
Ik ben het met hem eens dat zonder internationale samenwerking de militaire inzet in Uruzgan veel groter zou moeten zijn om
dezelfde resultaten te kunnen bereiken en concludeer dat de internationale samenwerking in militaire operaties duidelijke
efficiencyvoordelen biedt.
Internationale samenwerking bij een complexe militaire operatie kan leiden tot verschillen van inzicht op onderdelen van de
uitvoering. Dergelijke verschillen van inzicht onderstrepen dat ieder deelnemend land eigen afwegingen maakt. Hierdoor ontstaan
gezonde discussies die een zorgvuldige oordeelsvorming ondersteunen. Er zijn mij geen verschillen van inzicht bekend die de
werkzaamheden van de Nederlanders in Afghanistan ernstig hebben belemmerd.
XNoot
1 De Telegraaf, 12 augustus 2010.