Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van Defensie over het afgelasten van de opleiding van 467 aspirant militairen (ingezonden 3 augustus 2010).

Antwoord van minister Van Middelkoop (Defensie) (ontvangen 3 september 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Defensie stuurt 467 aspiranten excuusbrief. Opleiding nieuwe militairen afgelast»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat Defensie 467 aanstellingsbeloften niet heeft kunnen nakomen, en dat het hier gaat om 300 arbeidsplekken bij de marine en 167 bij de landmacht? Zo niet, wat is dan de verdeling van deze arbeidsplekken?

Antwoord 2

Zowel het totale aantal als de verdeling ervan klopt. Het betreft hier overigens geen 467 arbeidsplekken, maar 467 aanstelbare personen die nu dus later zullen beginnen met hun initiële opleiding.

Vraag 3

Kunt u gespecificeerd aangeven in hoeverre hier sprake is van het niet goed begroten van de betreffende opleidings - en instroomkosten op de lopende begroting voor 2010, dan wel het doorvoeren van wijzigingen in deze lopende begroting? Waar in de begroting 2010 zijn de betreffende posten te vinden? Waarom is de Kamer niet in de Voorjaarsnota geïnformeerd over deze maatregelen en de tekorten? Wanneer zult u de Kamer informeren over de gemaakte miscalculaties in de begroting dan wel over de nieuw doorgevoerde wijzigingen?

Antwoord 3

De budgetten voor werving en personeel zijn opgenomen in de beleidsartikelen van de respectievelijke defensieonderdelen. De begroting 2010 en de daaraan gekoppelde personeelsbezetting zijn niet aangepast. De opschorting van de opkomst van een groep toekomstige militairen werd noodzakelijk door een combinatie van factoren die in belangrijke mate het gevolg zijn van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Doordat de werving is aangetrokken komen, na het goed doorlopen van de keuring, meer mensen in aanmerking voor een aanstelling als militair. Tegelijkertijd is het aantal afvallers tijdens de initiële opleiding gedaald en hebben minder militairen vrijwillig ontslag genomen. In april werd duidelijk dat deze ontwikkelingen ingrepen vergden aangezien de beschikbare budgetruimte voor personeel niet is gewijzigd. Van een miscalculatie in de begroting is dus geen sprake, maar wel van een maatregel om binnen het door de Kamer goedgekeurde begrotingsplafond te blijven. De staatssecretaris heeft de beperking van de instroom in algemene zin aangekondigd tijdens het algemeen overleg Personeel van 20 april 2010 (Kamerstuk 32 123 X nr. 129).

Vraag 4

Kunt u precies aangeven welke nieuwe redenen er zijn voor het «op de rem zetten van het tempo» om de structurele personeelstekorten in te lopen? Welke ontwikkelingen hebben er precies toe geleid dat de reeds begrote extra instroom militairen niet kan plaatsvinden?

Antwoord 4

Het in de begroting 2010 gemelde groeitempo van het personeelsbestand is niet aangepast. Om de bezuinigingen uit het aanvullende beleidsakkoord te verwerken is in 2009 besloten tot een meer geleidelijke vulling van de organisatie, van 95 procent in 2010 tot 98 procent in 2015. Niettemin is er de komende jaren nog steeds sprake van een toename van het personeelsbestand. Voor de geplande instroom van nieuw personeel voor 2010 is een schatting gemaakt van onder meer de uitstroom van personeel. Afgezet tegen de personele kaders waarvoor financiële dekking bestaat, leidt dit tot vaststelling van de geplande en gewenste initiële instroom. Het eerder bereiken van de voor 2010 maximaal toegestane en financieel afgedekte sterkte is vooral een gevolg van de lagere uitstroom tijdens de initiële opleiding en het lagere aantal vrijwillige ontslagen onder het zittende personeel.

Vraag 5

Wat zijn de gevolgen van de extra 467 vacatures die door de genomen maatregel zijn ontstaan voor de betreffende krijgsmachtdelen en hoe zullen deze gevolgen worden ondervangen?

Antwoord 5

Door de uitgestelde opkomst van deze groep personen ontstaan geen extra vacatures. De defensieorganisatie is gevuld met de voor 2010 vastgestelde aantallen die passen binnen de begroting.

Vraag 6

Wanneer behoort een aspirant-militair tot de categorie «zwaar gedupeerden»? Aan welke voorwaarden moet een protest precies voldoen om te worden gehonoreerd?

Antwoord 6

Bij gedupeerden gaat het om personen die een aanstellingsbrief hebben ontvangen waarin staat wanneer zij moeten opkomen, en die op grond daarvan bijvoorbeeld ontslag hebben genomen bij hun vorige werkgever of de ziektekostenverzekering hebben opgezegd. Formeel kan een kandidaat die nog niet is opgekomen en dus ook nog geen militair is, niet in bezwaar gaan en zou hij voor een schadevergoeding een civiele zaak moeten aanspannen tegen Defensie. Vanwege de bijzondere omstandigheden geeft Defensie degenen die reeds een aanstellingsbrief hadden ontvangen echter toch de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen. Men kan dan uiteenzetten in welke mate men is benadeeld. Defensie zal per individueel geval een zo goed mogelijke oplossing proberen te vinden.

Vraag 7

Hoeveel van de 467 aspirant-militairen dienden een verzoek tot compensatie in en hoeveel van deze verzoeken werden ingewilligd? Welke kosten zijn hieraan verbonden?

Antwoord 7

Tot nu toe gaat het om drie personen. Deze zaken zijn nog in behandeling. Het betreft schade als gevolg van gederfde inkomsten door het reeds ingediende ontslag bij een vorige werkgever. De desbetreffende personen kunnen overigens alsnog in 2011 opkomen.

Vraag 8

Klopt het dat het niet voor het eerst is dat Defensie aanstellingsbeloften alsnog niet gestand kan doen? Wanneer heeft zich dat eerder voorgedaan en om welke aantallen ging het daarbij?

Welke maatregelen heeft Defensie naar aanleiding daarvan genomen om te voorkomen dat het afgelasten van opleidingen en het niet nakomen van aanstellingsbeloften in de toekomst nog voorkomt? Welke aanvullende maatregelen zullen daartoe naar aanleiding van deze casus genomen worden?

Antwoord 8

Er is niet eerder sprake geweest van een soortgelijke maatregel. De factoren die deze stap noodzakelijk maakten zijn inmiddels onderdeel van de structurele analyse van de personele keten. Elk kwartaal worden de ontwikkelingen en prognoses aan de ambtelijke en politieke leiding gerapporteerd om bijsturing mogelijk te maken.

Vraag 9

Kunt u garanderen dat alle 467 gedupeerde aspirant-militairen in ieder geval in 2011 alsnog kunnen instromen in de functie waarvoor zij dit jaar een aanstellingsbelofte kregen?

Antwoord 9

Ja, voor zover de betrokkenen dit zelf willen, zal Defensie de toezeggingen zeker gestand doen. Dit betekent dat zij in ieder geval in 2011 kunnen beginnen met hun initiële opleiding.

Vraag 10

Welke gevolgen heeft de genomen maatregel voor de instroom vanuit specifieke opleidingen, bijvoorbeeld vanuit de ROC's? Zullen naar verwachting alle leerlingen die de opleiding Veiligheid en Vakmanschap aan het ROC met succes afronden, kunnen instromen bij Defensie? Zo neen, hoeveel leerlingen kunnen niet worden toegelaten en om welk percentage van de leerlingen die de opleiding volgen gaat het?

Antwoord 10

Alle leerlingen die de ROC-opleiding Veiligheid en Vakmanschap succesvol voltooien en na sollicitatie door Defensie worden goedgekeurd, zullen kunnen instromen. Zij worden niet door deze maatregel getroffen.


XNoot
1

De Telegraaf, 2 augustus 2010.

Naar boven