Vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) aan de minister van Financiën over de mogelijkheid voor het introduceren van een EU-belasting (ingezonden 12 augustus 2010).

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 31 augustus 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Brussel heeft plannen voor Europese belasting»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Staat u ook positief tegenover de mogelijkheid om een EU-belasting in te voeren op luchtvaart en/of financiële transacties? Zo nee, staat u daar ook niet positief tegenover wanneer dit gepaard zou gaan met eenzelfde besparing op de nationale bijdragen aan de EU, die weer uitgekeerd zou kunnen worden in de vorm van een lastenverlichting, waardoor er per saldo geen lastenverzwaring optreedt?

Deelt u de mening dat wanneer deze twee belastingen EU-breed zouden worden ingevoerd, het meest gehoorde bezwaar van «uitwijkgedrag» voor verreweg het grootste deel opgelost zou zijn?

Antwoord 2 en 3

Allereerst wil ik er op wijzen dat belastingheffing een bevoegdheid van de lidstaten is en het Verdrag geen autonome heffingsbevoegdheid voor de EU kent. Zoals in de Nederlandse bijdrage aan de EU-begrotingsevaluatie is aangegeven, heeft het de voorkeur om de EU-begroting te financieren uit slechts één finanancieringsbron, namelijk het BNI-middel (bruto nationaal inkomen). Een Europese belasting op luchtvaart of financiële transacties is derhalve geen optie voor Nederland. Een Europese belasting op financiële transacties mist zijn doel. Kapitaal is zeer mobiel en zal gemakkelijk zijn weg vinden buiten de EU, waardoor uitwijkgedrag nog steeds zal bestaan. Voor wat betreft een Europese belasting op luchtvaart heb ik tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel van de afschaffing van de vliegbelasting aangegeven dat initiatieven om de maatschappelijke kosten meer in de prijs van vliegtickets tot uitdrukking te brengen in Europees of mondiaal verband ontwikkeld moeten worden2. Echter, de afschaffing van de vliegbelasting is mede ingegeven door de grote onvoorziene terugval in omzetten in deze branche. Gezien de huidige economische situatie ligt het niet voor de hand een dergelijke belasting in te voeren, ook niet op EU-niveau.

Vraag 4

Bent u ook van mening dat dit de ideale manier is om te compenseren voor de uit milieuoogpunt onterechte begunstiging van de luchtvaartsector?

Antwoord 4

Voorafgaand aan de invoering van de vliegbelasting heeft het kabinet gesteld dat de maatschappelijke kosten van vliegen onvoldoende in de prijs van vliegtickets tot uitdrukking komen. Dit standpunt geldt nog steeds. Gelet op de huidige economische omstandigheden is echter de afweging gemaakt om de luchtvaartsector de gelegenheid te bieden zich op herstel te richten. Overigens merk ik op dat de luchtvaartsector vanaf 2012 betrokken zal worden in het CO2-emissiehandelssysteem, waardoor een deel van de maatschappelijke kosten in de prijs van een vliegticket tot uitdrukking zal komen.

Vraag 5

Bent u ook van mening dat een zeer kleine belasting op financiële transacties een stabiliserende werking voor financiële markten kan hebben?

Antwoord 5

Het ligt niet voor de hand dat de Financiële Transactie Belasting een stabiliserende werking kan hebben op de financiële markten. De IMF-staf meent in ieder geval dat dat niet het geval is3. De IMF-staf geeft aan dat een dergelijke belasting niet goed toegespitst kan worden op het bestrijden van het systeemrisico van de financiële instellingen en ook niet aangrijpt bij de oorzaak van de huidige financiële crisis.

Vraag 6

Mochten deze voorstellen nog op een Europees podium geagendeerd staan voor de beëdiging van een nieuw kabinet, hoe zal het demissionaire kabinet hiermee dan omgaan?

Antwoord 6

Dit najaar zal de Commissie naar verwachting een mededeling uitbrengen over de zogenaamde begrotingsevaluatie, zoals gevraagd door de Europese Raad in december 2005. Hierin zal ook op het systeem van eigen middelen worden ingegaan. Bedacht moet worden dat de Commissie-mededeling over de begrotingsevaluatie pas de eerste stap is in de discussie over de Financiële Perspectieven na 2014 en dat de mogelijke suggesties voor nieuwe eigen middelen voor de EU-begroting een onderdeel zijn van het bredere debat over begrotingshervorming. Gelet op het tijdspad verwacht ik dan ook dat een volgend kabinet zich hierover zal buigen. Het demissionaire kabinet zal het standpunt blijven uitdragen dat het gebruik van het BNI-middel als enige financieringsbron voor de Europese begroting te prefereren valt.


XNoot
1

http://www.fd.nl/artikel/19402585/brussel-heeft-plannen-europese-belasting

XNoot
2

Kamerstukken II 2009/10, 32 132, nr. 6, blz. 5.

XNoot
3

IMF Rapport «A fair and substantial contribution by the financial sector», mei 2010.

Naar boven