Vragen van de leden Brinkman en Helder (beiden PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over homo’s in zelfde straat aangevallen (ingezonden 20 juli 2010).

Mededeling van minister Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie) (ontvangen 18 augustus 2010).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het artikel «Homo’s in zelfde straat aangevallen»?1

Vraag 2

Bent u ook van mening dat dergelijke zware misdrijven altijd ambtelijk vervolgd moeten worden, indien een betrokkene geen aangifte wenst of durft te doen?

Vraag 3

Heeft de politie in het algemeen, en de regiopolitie Amsterdam-Amstelland in het bijzonder, apart beleid voor bescherming van bedreigde joden, homo’s en lesbiennes tegen openbare orde criminaliteit, mede in het licht van de intensiteit van deze criminaliteit en in het licht van het zwaar discriminerende karakter? Zo ja welk beleid, zo nee waarom niet, en ziet u, met ons, de noodzaak van een dergelijk beleid?

Vraag 4

Bent u met ons van mening dat de politie in de betreffende straat een mobiele politiepost moet openen teneinde de directe veiligheid van deze slachtoffers van Marokkaans straatterreur te kunnen waarborgen? Zo nee waarom niet? Zo ja hoe gaat u dit initiëren?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Brinkman en Helder over homo’s in dezelfde straat aangevallen, die werden ingezonden op 20 juli 2010, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen.

Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


XNoot
1

De Telegraaf, pagina 3, gedateerd 16 juli 2010.

Naar boven