Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 3085 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 3085 |
Heeft u kennis kunnen nemen van de uitspraken van de heer Christopher Smith, lid van het huis van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres, tijdens de jaarlijkse OVSE parlementaire vergadering, 5–10 juli 2010 in Oslo, inzake het Nederlandse beleid met betrekking tot mensenhandel?
Wij hebben kennisgenomen van de bedoelde interventies, zoals weergegeven op de webcasts van de parlementaire assemblee van de OVSE. De Amerikaanse parlementariër heeft daarbij aandacht gevraagd voor het nieuwste Trafficking in Persons (TiP) Report opgesteld door het State Department.
Kloppen de feiten waaraan de heer Smith refereert, namelijk dat Nederland een belangrijke bron en eindbestemming is van mensenhandel?1
In elk landenhoofdstuk van het TiP-rapport wordt (in de openingszin) aangegeven of het desbetreffende land een herkomst-, doorvoer- of bestemmingsland is dan wel alle drie. Nederland wordt aangeduid als primair een herkomst- en bestemmingsland en in mindere mate een doorvoerland (p. 248). Daarbij wordt geen vergelijking gemaakt tussen Nederland en andere landen. Men kan aan het rapport daarom niet de stelling ontlenen dat Nederland op dit gebied een bijzondere of belangrijke rol speelt. De meeste landen van West-Europa worden in het rapport aangeduid als bestemmingslanden.
Klopt het feit dat Nederland (naast Nigeria, Roemenië, Hongarijë, Bulgarijë en Guinea) tot de top zes van landen behoort waar vrouwen slachtoffer zijn van sekshandel?2
De aangehaalde passage beoogt deels aan te geven wat de belangrijkste herkomstlanden zijn van de slachtoffers die in Nederland worden aangetroffen en kan dus niet gelezen worden als een wereldranglijst. Dit is gebaseerd op de cijfers van CoMensha, de NGO die de registratie van slachtoffers in Nederland verzorgt. De cijfers zijn ook te vinden in de jaarlijkse rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
Als de feiten genoemd onder 2 en 3 niet kloppen, welke acties gaat u dan ondernemen?
Als de feiten onder 2 en 3 wel kloppen, welke acties heeft u ondernomen of gaat u ondernemen?
In het TiP-rapport wordt niet gesteld dat Nederland eruit springt wat betreft aard of omvang van de mensenhandel. Wel valt te constateren dat het rapport aan de Nederlandse inspanningen om mensenhandel te bestrijden en de slachtoffers te beschermen een hoog cijfer toekent («tier one ranking»). De Regering ziet hierin een erkenning van haar actieve beleid op dit gebied. De Regering heeft de afgelopen jaren dit vraagstuk met grote kracht aangepakt. De Tweede Kamer is hierover bij diverse gelegenheden schriftelijk geïnformeerd. Ook werd veelvuldig met de Vaste commissie voor Justitie mondeling overleg gevoerd over dit onderwerp. In dit bestek wordt volstaan met te wijzen op de instelling door de Minister van Justitie begin 2008 van een landelijke taskforce voor de aanpak van mensenhandel. Aan deze taskforce nemen vertegenwoordigers deel van de betrokken ministeries, van belangrijke gemeenten alsook van het OM, de politie en andere instanties. De taskforce heeft een aantal maatregelen genomen om zowel op nationaal als op lokaal niveau een effectieve geïntegreerde aanpak van de problematiek door te voeren. Tevens is internationale samenwerking geinitieerd met de landen waaruit veel van de slachtoffers die in Nederland worden aangetroffen afkomstig zijn, waaronder Nigeria, Bulgarije en Roemenië.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3085.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.