Vragen van de leden
Kooiman
en
Smits
(beiden SP) aan de ministers voor Jeugd en Gezin en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat kinderen steeds
slechter zwemmen (ingezonden 6 juli 2010).
Antwoord van minister
Rouvoet
(Jeugd en Gezin) (ontvangen 11 augustus 2010).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de Reddingsbrigade Nederland constateert dat kinderen steeds slechter zwemmen en hun
conditie hard achteruit gaat?1
Antwoord 1
Hiervan heb ik kennis genomen.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de Reddingsbrigade Nederland dat kinderen in Nederland vaak geen zwemdiploma hebben? Zo ja, wat gaat
u doen om dit te verbeteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De zorg die uit het artikel spreekt deel ik. De verantwoordelijkheid bij het leren zwemmen is als volgt verdeeld: de zwemvaardigheid
van kinderen is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van ouders, daarbij ondersteund door scholen en gemeenten. Sommige
gemeenten bekostigen het schoolzwemmen en gemeenten kunnen ouders met lage inkomens tegemoet komen in de kosten van de (particuliere)
zwemlessen.
Vraag 3
Hoeveel kost het gemiddeld voordat een kind zwemdiploma A heeft? Kan iedere ouder dit volgens u ook betalen?
Antwoord 3
De kosten verschillen per zwembad. Gemiddeld genomen kost het halen van een A-zwemdiploma € 400,-. Zwemverenigingen bieden
vaak zwemlessen aan tegen een lager tarief. Gemeenten kunnen ouders tegemoet komen in de kosten die gemoeid zijn met het halen
van een zwemdiploma.
Vraag 4
Hoe groot is het percentage kinderen dat jaarlijks de basisschool verlaat zonder zwemdiploma? Mocht dit niet bekend zijn,
bent u dan bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Dat is mij niet bekend. Daarvan worden geen registraties bijgehouden. Wel blijkt uit de Rapportage Sport van het SCP van december
2008, dat van de groep 6–15 jarigen van de autochtone kinderen in 2007 88% een zwemdiploma had. Dat percentage is sinds de
voorlaatste meting, die in 2003 plaatsvond, nauwelijks veranderd. Van de allochtone kinderen van de groep 5–16 jaar had in
2007 76% een zwemdiploma. In 2003 was dat 72%.
Ook blijkt uit de Rapportage Sport dat het behalen van het zwemdiploma via verschillende wegen kan: het schoolzwemmen, zwemmen
buiten de school om en een combinatie van beiden.
Voor het behalen van het zwemdiploma blijkt schoolzwemmen van beperkt belang: slechts 10% van de kinderen met een zwemdiploma
heeft dit behaald tijdens schoolzwemmen.
Vraag 5
Hoe groot is het percentage allochtone kinderen en het percentage kinderen van alleenstaande ouders dat jaarlijks de basisschool
verlaat zonder zwemdiploma? Mocht dit niet bekend zijn bent u dan bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4. Het percentage kinderen van alleenstaande ouders dat jaarlijks de basisschool verlaat zonder
zwemdiploma’s is evenwel niet bekend.
Vraag 6
Is bekend welke gemeenten het schoolzwemmen aanbieden en welke gemeenten niet? Weet u hoe dit aantal zich de laatste jaren
heeft ontwikkeld? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Neen, dit is niet bekend. Wel heb ik in mei van dit jaar aan de Vereniging Sport en Gemeenten een subsidie verleend voor activiteiten
gericht op het verspreiden van de verworven inzichten over de beste wijze waarop de zwemvaardigheid bij kinderen kan worden
verhoogd. Het primaire doel van de subsidieverlening is het opzetten van een registratiesysteem aan de hand waarvan gemeenten
kunnen nagaan of alle basisschool-leerlingen aan het einde van de basisschool voldoende zwemvaardigheid hebben. Uiteindelijk
zal dat moeten leiden tot een verbetering van de zwemvaardigheid onder basisschool kinderen en de verankering hiervan in lokaal
beleid.
Vraag 7
Bent u bereid gemeente te stimuleren om schoolzwemmen aan te bieden? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Bent u bereid ouders te stimuleren om hun zwemles te laten volgen? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het ligt in de rede om dit op lokaal niveau te laten plaats vinden. Door het registratiesysteem zoals genoemd in het antwoord
op vraag 6, zal het mogelijk worden ouders gericht te informeren en te stimuleren om hun kinderen zwemles te laten volgen.
XNoot
1 Telegraaf, 5 juli 2010.