Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Justitie over rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en «no cure no pay» (ingezonden 20 juli 2010).

Mededeling van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 6 augustus 2010).

Vraag 1

Herinnert u zich uw brief1 waarin u bekend maakt te hebben besloten geen beleid te initiëren waarmee de geconstateerde kwetsbaarheid van zzp-ers2 wordt opgelost binnen het bereik van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb)?

Vraag 2

Heeft u bij dit besluit overwogen om voor dit soort – en gelijksoortige – gevallen te bezien of een vorm van «no cure no pay» een oplossing kan bieden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de zorg dat de door u genoemde oplossingen voor de kosten van rechtsbijstand (het sluiten van een rechtsbijstandsverzekering, het aansluiten bij een brancheorganisatie en/of het vormen van reserves) in veel gevallen niet, niet tijdig of niet volledig de kwetsbare positie van zzp-ers opheft? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Acht u het wenselijk dat, in het licht van de beperkte ruimte binnen uw begroting voor gefinancierde rechtshulp, opnieuw wordt gekeken naar de invoering van «no cure no pay» in enige vorm? Zo ja, welke stappen gaat u daartoe nemen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Steur (VVD) over rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en «no cure no pay» (ingezonden 20 juli 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


XNoot
1

Brief d.d. 7 juli 2010 inzake Rechtsbijstand (Kamerstuk 31 753, nr. 22).

XNoot
2

zzp-er: zelfstandige zonder personeel.

Naar boven