Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het meetellen van biokerosine voor de bijmengverplichting van biobrandstoffen binnen de EU (ingezonden 8 juli 2010).

Mededeling van minister Huizinga-Heringa (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) (ontvangen 3 augustus 2010).

Vraag 1

Is het waar dat de EG-Richtlijn Energie uit hernieuwbare Bronnen (2009/28/EG) geen principiële bezwaren opwerpt om ook biokerosine mee te laten tellen voor de bijmengverplichting van biobrandstoffen binnen de EU?

Vraag 2

Is er bij (het opstellen van) de Nederlandse implementatiewetgeving (Kamerstukken 32 357) rekening gehouden met de mogelijkheden om biokerosine mee te laten tellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kent u de initiatieven op het gebied van biobrandstof die momenteel in Nederland worden ontplooid, waardoor Schiphol zou kunnen uitgroeien tot een bio-hub? Erkent u dat het meetellen van biokerosine in de bijmengverplichting een waardevolle bijdrage zou kunnen leveren aan een schonere luchtvaart?  

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten wat nodig is om ook voor de luchtvaart biokerosine mee te nemen in de Nederlandse vertaling van de Europese verplichtingen, zoals dat ook voor de binnenvaart is gedaan (zie Kamerstuk 30 196, nr. 104)?

Vraag 5

Bent u bereid u hiervoor in te spannen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen bent u voornemens te zetten en wanneer zou dit tot resultaat kunnen leiden?

Mededeling

Op 8 juli 2010 heeft het lid Koopmans (CDA) van uw Kamer aan de minister van VROM vragen gesteld over biokerosine (nr. 2010Z10684).

Het beantwoorden van deze vragen neemt helaas meer tijd in beslag nemen dan de gebruikelijke termijn van drie weken, doordat afstemming met diverse betrokken partijen gewenst is.

Naar boven