Vragen van de leden
Kuiken
en
Spekman
(beiden PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Wonen, Wijken en Integratie over het
wegpesten van een homostel uit hun huis (ingezonden 15 juni 2010).
Antwoord van minister
Hirsch Ballin
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie) mede namens de minister van Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 26 juli 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr.
2861.
Vraag 1
Kent u het bericht «Homostel in Leidsche Rijn weggetreiterd»?1
Vraag 2, 3 en 5
Deelt u de mening dat homogeweld en intimidatie, maar ook woonoverlast in zijn algemeenheid, strenger moet worden aangepakt?
Zo ja, in hoeverre is het bestaande juridische instrumentarium daarvoor afdoende? Zo nee, waarom niet?
Is het waar dat de gemeente Utrecht te weinig kan doen om de «treiteraars» aan te pakken? Zo ja waar ligt dat aan?
Wanneer komt de handreiking woonoverlast beschikbaar?
Antwoord vragen 2, 3 en 5
Woonoverlast en intimidatie in een wijk kunnen diep ingrijpen in het dagelijks bestaan van de bewoners. De gedragingen van
personen en groepen die hiervoor verantwoordelijk zijn, zeker als het gaat om treiteren, nemen echter niet noodzakelijkerwijs
de vorm aan van strafbare feiten die door politie en justitie opgespoord en vervolgd kunnen worden. Voor gemeenten ligt er
een taak om de ontstane situatie aan te pakken vanuit de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor de openbare orde en
veiligheid en de rol van de gemeente als beheerder van de openbare ruimte en de leefbaarheid.
Om het samenstel van belastend gedrag en strafbare feiten dat leidt tot betreurenswaardige situaties zoals in Utrecht effectief
aan te kunnen pakken, is de gezamenlijke inzet van de lokale autoriteiten noodzakelijk. Politie, justitie en de gemeente in
de wijk Leidsche Rijn in Utrecht zetten intensief erop in om het intimiderende [treiterende] gedrag jegens het homostel aan
te pakken. Dit gedrag vindt echter plaats in het geniep waardoor het moeilijk is op te treden en in het geval van strafbare
feiten voldoende bewijs te verzamelen, er daders aan te koppelen en getuigen te vinden die hier iets over willen en kunnen
verklaren. Het is te betreuren dat het zo hoog is opgelopen dat de gedupeerden zich genoodzaakt voelen te gaan verhuizen.
De onlangs tot stand gekomen Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast zal het instrumentarium voor
de aanpak van ernstige overlast verder uitbreiden, onder andere door burgemeesters de mogelijkheid te geven een langerdurend
gebieds- of groepsverbod op te leggen. Om gemeenten te informeren over de mogelijkheden die zij tot hun beschikking hebben
om woonoverlast aan te pakken, is de handreiking «Aanpak woonoverlast en verloedering» begin juli naar alle gemeenten gestuurd.
Het instrumentarium loopt uiteen van niet-juridische instrumenten zoals buurtbemiddeling tot vergaande bevoegdheden als uithuisplaatsing
en onteigening.
De handreiking die is opgesteld door de VROM-Inspectie in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van Justitie en voor Wonen, Wijken en Integratie, is op 23 juni 2010 aan uw Kamer toegestuurd (TK 2009–2010, 28 684, nr. 278).
Vraag 4
Welke stappen heeft de gemeente ondernomen en welke aanvullende instrumenten kan de gemeente Utrecht nog inzetten om de overlast
aan te pakken?
Antwoord 4
De burgemeester van Utrecht heeft mij geïnformeerd over de maatregelen die genomen zijn. Om een volledig beeld van de problematiek
te krijgen, zijn er verschillende huisbezoeken afgelegd bij de gedupeerden, zowel door de gemeente als door de politie. De
politie heeft een onderzoek ingesteld naar de daders van de vernielingen. Dit onderzoek loopt nog. De wijkagent heeft met
een aantal ouders van jongeren gesproken die vermoedelijk betrokken waren bij het belastende gedrag, zoals het op straat naroepen
van het homostel. De locatie is opgenomen in de rondes van de straatcoaches, die sinds februari 2010 in de wijk actief zijn.
Ook het jongerenwerk en het opbouwwerk zijn actief in de buurt.
Naast het voortzetten van de opsporing van strafbare feiten door politie en justitie worden door de gemeente Utrecht meerdere
acties ondernomen. De welzijnsstichting gaat extra kinderwerk in de buurt inzetten, omdat kinderen uit de buurt veel gebruik
maken van de openbare ruimte achter en naast het huis van de gedupeerden en er klachten zijn van overlast. Ook wordt een buurtpreventieproject
mogelijk gemaakt waarbij ouders uit de wijk de straat op gaan om jongeren aan te spreken op overlastgevend gedrag. Voor de
woonomgeving van de gedupeerden wordt een buurtaanpak opgesteld. De woningcorporatie wordt hier bij betrokken.
In de wijk worden ieder jaar jongerengroepen in beeld gebracht. Er zijn aanwijzingen dat enkele jongeren in een jeugdgroep
zich schuldig maken aan het schelden en andere overlast veroorzaken. Deze groep krijgt in de aanpak de eerste prioriteit.
Het Veiligheidshuis is, in samenwerking met de gemeente, een gebiedsgerichte aanpak gestart.
Voor de gedupeerden is er een vaste contactpersoon van zowel de gemeente als de politie. Er is regelmatig contact met de gedupeerden.
Indien nodig wordt een huisbezoek bij hen afgelegd.
XNoot
1 www.rtvutrecht.nl, 13 juni 2010.