Vragen van het lid Van Haersma Buma (CDA) aan de minister van Justitie over het bericht dat Saban B. op borgtocht zou zijn vrijgelaten (ingezonden 1 juli 2010).

Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 26 juli 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2899.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Saban B. op borgtocht zou zijn vrijgelaten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Kloppen de feiten in dit bericht? Wat is uw visie hierop?

Zijn er mogelijkheden voor Nederland, om tegen deze vrijlating invloed uit te oefenen? Zo ja, op welke wijze? Hoe gaat Nederland hier gebruik van maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Saban B. is in Turkije op 29 juni 2010 op borgtocht vrijgelaten. De rechter in Turkije heeft de voorlopige hechtenis van Saban B. geschorst onder voorwaarden (een borgsom van omgerekend ongeveer € 16000,-, tweewekelijkse melding en inlevering paspoort). Het betreft hier een beslissing van de Turkse strafrechter die ook het Turkse Openbaar Ministerie heeft verrast. De Turkse autoriteiten zijn zich bewust van de ernst van deze zaak. Ik acht het niet op mijn weg te liggen om te treden in Turkse rechterlijke beslissingen.

Vraag 4 en 5

Ziet u kansen om te bewerkstelligen dat Turkije (vrijwillig) overgaat tot uitlevering aan Nederland van Saban B.?

Is er inmiddels zicht op een uitleveringsverdrag tussen Nederland en Turkije?

Antwoord 4 en 5

Zowel Turkije als Nederland is partij bij het Europees Verdrag betreffende uitlevering (13 december 1957). Dit verdrag verplicht evenwel niet tot de uitlevering van eigen onderdanen. Het verdrag laat ruimte aan het nationale recht van de aangesloten landen om te bepalen of dit mogelijk is. Naar Turks recht is de uitlevering van een Turks onderdaan door Turkije – ook onder voorwaarden – niet toegestaan.


XNoot
1

De Telegraaf, 29 juni 2010.

Naar boven