Vragen van het lid Zijlstra (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het Top Instituut Pharma (ingezonden 10 juni 2010).

Antwoorden van minister Klink (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2010).

Vraag 1

Bent u van mening dat de door de ministerraad van 28 mei jl. in het kader van Fes500 Selectieve Continuering tranche 3 toegekende overbruggingsfinanciering van 6 miljoen euro voor het Top Instituut Pharma (TI Pharma) voldoende is om de continuïteit van het instituut te zeker te stellen? Zo ja, waarop baseert u dat?

Antwoord 1

Het kabinet heeft in 2005 € 130 mln. uit het Fes ter beschikking gesteld van TI Pharma. Deze bijdrage is toegekend – conform de gebruikelijke criteria – als impulsfinanciering ten behoeve van structuurversterking van de Nederlandse economie. In 2008 is € 500 mln. voor selectieve continuering van FES-projecten op het gebied van kennis en innovatie beschikbaar gekomen. In dat kader heeft een kabinetsbesluit van 10 juli 2009 de mogelijkheid geboden aan de technologische instituten TI Pharma en TTI Groene Genetica om voorstellen in te dienen voor zgn. overbruggingsfinanciering. Hiervoor is toen maximaal € 10 mln. gereserveerd, op voorwaarde van een positieve midterm review.

Het bedrag van € 6 mln. is gebaseerd op een minimumvariant in het voorstel voor overbruggingsfinanciering dat door TI Pharma is opgesteld en past binnen het eerder genoemde kabinetsbesluit. Het overbruggingsbedrag van € 6 mln. is niet bedoeld om de langetermijncontinuïteit van TI Pharma zeker te stellen; het waarborgt de continuïteit van TI Pharma op de korte termijn en stelt zo een volgend kabinet in staat zo snel mogelijk te besluiten over mogelijke vervolgfinanciering voor de continuïteit van het instituut op de lange termijn.

Vraag 2

Welk bedrag had TI Pharma aangegeven nodig te hebben om zijn continuïteit te verzekeren? Waarom heeft de ministerraad besloten om daartoe slechts een bedrag van 6 miljoen euro ter beschikking te stellen?

Antwoord 2

Het oorspronkelijke voorstel voor selectieve continuering van TI Pharma, binnen een breder voorstel voor Life Sciences & Health, ging uit van € 60 mln. De Commissie van Wijzen, die adviseert over FES-voorstellen op het gebied van kennis en innovatie, vond dit voorstel vorig jaar onbeoordeelbaar omdat er toen nog geen midterm review van TI Pharma beschikbaar was. Een soortgelijke redenering gold voor TTI Groene Genetica. Het kabinet heeft daarom dat voorstel toen niet gehonoreerd. Omdat beide instituten echter wel voor het destijds voorziene einde van de kabinetsperiode zouden aflopen, en het kabinet het onwenselijk vond dat zij zouden worden geconfronteerd met een onderbreking in de looptijd, heeft het kabinet vorig jaar besloten maximaal € 10 mln. te reserveren voor overbruggingsfinanciering van TI Pharma en TTI Groene Genetica, op voorwaarde van een positieve midterm review.1

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van de brief van 29 maart jl. aan de ministers van VWS, EZ en OCW, waarin het TI Pharma en een aantal in het instituut deelnemende partijen hebben aangegeven dat de Nederlandse overheid tot nog toe niet heeft laten zien dat ze het belang van de publiek-private samenwerking in TI Pharma op eenzelfde wijze waardeert als de andere partners? Wat is uw mening over deze in de brief naar voren gebrachte ernstige klacht? Hoe verhoudt de door de ministerraad toegekende overbruggingsfinanciering van 6 miljoen euro zich naar uw mening tot de bereidheid van de andere partners om onder voorwaarden meer dan 50 miljoen euro in het instituut te investeren, en tot hun bereidheid om voor een vervolgfase te komen tot een grotere bijdrage dan de gevraagde overheidsbijdrage?

Antwoord 3

Wij hebben kennisgenomen van de brief van 29 maart. Wij zijn blij met de daarin door het bedrijfsleven geuite steun voor TI Pharma. Uit de verstrekking van overbruggingsfinanciering, de initiële overheidsbijdrage van € 130 mln. aan TI Pharma en de financiering van € 81 mln. uit FES-middelen voor het Life Sciences & Health programma blijkt dat dit kabinet veel waarde hecht aan de publiek-private samenwerking op het gebied van life sciences en gezondheid (zie ook het antwoord op vraag 4). Overigens is het logisch dat in een vervolgfase het relatieve aandeel van de private financiering toeneemt. Het is aan een nieuw kabinet om te besluiten over een eventuele toekomstige overheidsbijdrage.

Vraag 4

Welke waarde kent de ministerraad toe aan het bestaan en het voortbestaan van het TI Pharma? En wat is de betekenis van TI Pharma nu en in de toekomst voor de Nederlandse kenniseconomie? Bent u van mening dat de toegekende overbruggingsbijdrage van € 6 miljoen euro daarmee in overeenstemming is?

Antwoord 4

De ministerraad onderschrijft het belang van het door TI Pharma georganiseerde publiek-private onderzoek. De midterm review van TI Pharma, die in januari van dit jaar beschikbaar kwam, maakt dat belang heel duidelijk: wetenschappelijk, economisch en maatschappelijk. TI Pharma organiseert excellent onderzoek en levert een sterk opgeleide groep geneesmiddelenonderzoekers op. Deze publiek-private samenwerking trekt internationale investeringen aan voor Nederland. Bovendien heeft TI Pharma een onderzoeksagenda die gebaseerd is op het WHO-rapport Priority Medicines for Europe and the World dat op initiatief van Nederland is opgesteld.

De overbruggingsbijdrage van € 6 mln. dient slechts om de kortetermijncontinuïteit van TI Pharma zeker te stellen tot het moment waarop een nieuw kabinet kan besluiten over mogelijke vervolgfinanciering. Het is geen maatstaf voor de juiste omvang van een eventuele vervolgfinanciering.

Vraag 5

Onderschrijft u het belang dat nieuwe resultaten die de wetenschap in de tussentijd heeft opgeleverd in TI Pharma projecten tot nieuwe concepten voor geneesmiddelenontwikkeling gebracht worden? Bent u van mening dat naast de particuliere partners ook de overheid daarin een redelijke financiële bijdrage zou moeten leveren?

Antwoord 5

Wij onderschrijven dat belang. Het lopende onderzoek van TI Pharma is grotendeels gebaseerd op kennisvragen uit 2006. Als men geen nieuwe onderzoeksprojecten kan beginnen raakt de onderzoeksportfolio gedateerd. Het is aan het volgende kabinet om zich uit te spreken over het genoemde belang en daarvoor eventueel middelen vrij te maken.

Vraag 6

Bent u bereid u tot het uiterste in te spannen om in overleg met de andere partners het voortbestaan van TI Pharma zeker te stellen?

Antwoord 6

Wij zijn bereid in overleg te treden met partijen om eventuele knelpunten te bezien, mocht daaraan behoefte zijn. Wij zullen dit dan doen in samenhang met de toekomstplannen van de andere op innovatieve medische producten gerichte publiek-private consortia zoals, onder andere, op het gebied van diagnostiek (CTMM) en regeneratieve geneeskunde en biomaterialen (BMM). Het gaat ons daarbij dan niet zozeer alleen om het voortbestaan van TI Pharma als instituut, maar vooral om het voortbestaan van de opgebouwde kennisinfrastructuur op het gebied van life sciences en gezondheid.


XNoot
1

Zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 27 406, nr. 148.

Naar boven