Vragen van het lid
Hernandez
(PVV) aan de minister van Defensie over forse ingrepen in de krijgsmacht naar aanleiding van een nieuwe financiële tegenvaller
(ingezonden 29 juni 2010).
Antwoord van minister
Van Middelkoop
(Defensie) (ontvangen 9 juli 2010).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Krijgsmacht zuinig aan»?1
Vraag 2
Is het waar dat er voor dit lopende jaar wederom een nieuwe bezuinigingsronde plaatsvindt door een financiële tegenvaller
van ruim 100 miljoen euro? Zo ja, hoelang was dit al bekend? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De defensieorganisatie ondervindt de nadelige effecten van de financiële crisis. Daarnaast heeft Defensie te maken met kostenoverschrijdingen
in de materiële exploitatie en hogere uitgaven voor pensioenen en wachtgelden. In het reguliere proces van begrotingsvoorbereiding
is duidelijk geworden dat herschikkingen nodig zijn om de begroting sluitend te houden. Het betreft hier geen nieuwe bezuinigingsronde
voor het lopende jaar 2010, maar financiële tegenvallers voor het jaar 2011. Hiervoor zullen in de ontwerpbegroting 2011 voorstellen
worden gedaan.
Vraag 3
Welke maatregelen worden getroffen om deze financiële tegenvaller op te vangen?
Antwoord 3
Om de financiële problematiek het hoofd te bieden, treft Defensie naast een aantal herschikkingen een aantal versoberingmaatregelen.
Zo worden de dienstverlening en de ondersteuning versoberd en wordt het oefenprogramma van de operationele commando’s voor
2011 beperkt. Tot slot worden investeringsprojecten vertraagd en gereduceerd. Met al deze maatregelen blijft Defensie binnen
het budgettair kader voor 2011.
Vraag 4
Is het waar dat 20% van het Landmachtmaterieel wordt stilgezet? Zo ja, welke?
Antwoord 4
Bij het Commando landstrijdkrachten wordt in 2011 over de hele linie 20% minder geoefend, door oefeningen te versoberen of
te schrappen. Het tijdelijk stilzetten van 20% van het beschikbare landmachtmaterieel maakt deel uit van deze maatregel. Dit
wordt over het totaal van het beschikbare materieel verdeeld.
Vraag 5
Kunt u garanderen dat de uitvoering van de hoofdtaken van de krijgsmacht, naast de uitvoering van de missie in Afghanistan, niet
in gevaar komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Bij de vaststelling van de maatregelen voor 2011 is als uitgangspunt gehanteerd dat de uitvoering en de voortgang van lopende
en toekomstige missies niet mogen worden gehinderd en dat Defensie blijft investeren in haar personeel, de operationele inzetbaarheid
en de bedrijfsvoering. Dit is nodig om te kunnen blijven beschikken over een kwalitatief hoogwaardige krijgsmacht die haar
hoofdtaken kan invullen en nationaal en internationaal kan worden ingezet.
Vraag 6
Kunt u inzage geven in het huidige jaaroefenprogramma 2010 van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS), Commando Zeestrijdkrachten
(CZSK) en Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK)? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In de Begroting van Defensie zal onder de beleidsartikelen aandacht worden besteed aan de doelstellingen van de operationele
commando’s in termen van operationeel gerede eenheden. Het jaaroefenplan, of gereedstellingsplan, geeft inzicht hoe de doelstellingen
van de afzonderlijke eenheden worden bereikt. Het gereedstellingsplan van individuele eenheden betreft vertrouwelijke informatie.
In verband met de nationale veiligheid, de veiligheid van onze troepen en de veiligheid van onze bondgenoten wordt hierover
dan ook geen informatie verstrekt.
Vraag 7
Kunt u aangeven welke wijzigingen er in het jaaroefenprogramma 2010 van het CLAS, CZSK en CLSK worden doorgevoerd na de bekendmaking
van deze nieuwe bezuinigingsronde? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De maatregelen hebben geen betrekking op het jaarprogramma 2010, maar zijn doorgevoerd op het oefenprogramma 2011
Vraag 8
Welke 130 functies gaan er bij de Koninklijke Marechaussee (KMAR) verdwijnen? Wat is het effect hiervan op de uitvoering van
de taken van de KMAR?
Antwoord 8
In de huidige planning is het voorstel dat de Koninklijke Marechaussee de personele vulling geleidelijk aan afbouwt van de
huidige vulling van 98,2 procent naar 96,2 procent in 2012. Om hieraan uitvoering te geven, wordt in eerste instantie gestuurd
op beperking van de instroom van nieuw personeel en niet op het bevorderen van de uitstroom. Het voorstel betekent dat de
Koninklijke Marechaussee in 2012 ongeveer 130 personen minder beschikbaar heeft ten opzichte van de huidige aantallen personeel.
Vanaf 2013 zal de personele vulling geleidelijk weer 98 procent bereiken. Vanaf 2012 is deze maatregel van invloed op de activiteiten
van de Koninklijke Marechaussee. De operationele gevolgen hiervan worden thans uitgewerkt.
XNoot
1 De Telegraaf, 26 juni 2010.