Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de minister-president over de oud-informateur Tjeenk Willink (ingezonden 6 juli 2010).

Antwoord van minister-president Balkenende (Algemene Zaken) (ontvangen 8 juli 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de bijlage bij het eindverslag van oud-informateur Tjeenk Willink genaamd «Wat kan binden in plaats van scheiden»?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat betrokkene hiermee heeft laten zien niet onpartijdig te zijn maar eurofiel en antidemocratisch, bijvoorbeeld door te stellen dat de regering het contraseign van door een meerderheid der Staten-Generaal aanvaarde, initiatiefwetsvoorstellen moet weigeren indien de internationale positie van Nederland in het geding is? 

Antwoord 2

Nee; ik neem afstand van de door u gebezigde kwalificaties.

Vraag 3

Is het u bekend om welke reden betrokkene zich bovendien, buiten zijn opdracht om in politieke zin heeft geuit over inburgering en het toelaten en uitzetten van vreemdelingen, alsmede over europese samenwerking op het terrein van politie en Justitie? Deelt u de mening dat dit ongepast is voor een informateur die boven de partijen zou moeten staan?

Antwoord 3

Een informateur staat niet boven doch ten behoeve van de onderhandelende partijen (de desbetreffende Tweede Kamerfracties); aan hen is het oordeel of een informateur handelt binnen de opdracht.

Vraag 4 en 5

Is het u bekend of de heer Tjeenk Willink hier eigenlijk vooral de gedachten van hemzelf of die van ons staatshoofd heeft weergegeven?

Bent u bereid de Koningin te vragen de heer Tjeenk Willink nooit meer als (in)formateur te benoemen en is het voorts mogelijk de heer Tjeenk Willink als Vice-President van de Raad van State te ontslaan? Zo ja, wat zijn die mogelijkheden?

Antwoord 4 en 5

Een informateur treedt in die hoedanigheid op, en niet in of namens functies die betrokkene overigens beroepsmatig en/of politiek bekleedt. Dat is voor de heer Tjeenk Willink niet anders dan voor zijn directe voorganger of voor zijn directe opvolgers als informateur(s). De vraag naar het vicevoorzitterschap van de Raad van State is dus geheel niet aan de orde.

Een informateur neemt zelf de verantwoordelijkheid voor de aanvaarding van een informatieopdracht en voor de wijze waarop deze wordt ingevuld, zulks gedurende het informatieproces ter beoordeling van de betrokken fractievoorzitters, na afloop van een afgeronde fase van het informatieproces ter beoordeling van de Tweede Kamer (zie artikel 139a, derde lid, van het Reglement van Orde) en na afloop van een formatie bij het optreden van de nieuwe minister-president wederom ter beoordeling van de Tweede Kamer.

Vraag 6

Bent u bereid een grondwetswijziging voor te bereiden om het staatshoofd zo snel mogelijk geen lid meer te laten zijn van de regering?

Antwoord 6

Neen; om de redenen die ik meermalen, laatstelijk bij de behandeling in uw Kamer van de ontwerpbegroting Algemene Zaken 2010, heb uiteengezet, ben ik voorstander van het bestaande grondwettelijk systeem waarbij het staatshoofd als onderdeel van de regering valt onder de volledige ministeriële verantwoordelijkheid.

Naar boven