Vragen van de leden Irrgang (SP) en Ten Broeke (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV (ingezonden 21 mei 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 juli 2010).

Vraag 1

Is het waar dat in de Raad van Toezicht van SNV is gesproken over eventuele samenwerkingsverbanden tussen een stichting van een van de leden van de Raad van Toezicht en SNV zelf?1

Antwoord 1

Ja, dat is waar. SNV heeft mij geïnformeerd dat in de Raad van Toezicht gesproken is over samenwerking tussen SNV en de NOTS Foundation. De voorzitter van de NOTS Foundation is tevens lid van de Raad van Toezicht van SNV.

Vraag 2

Welke vormen van ondersteuning zijn door SNV gegeven aan deze stichting?

Antwoord 2

Volgens gegevens afkomstig van SNV bestaat er sinds maart 2010 een tri-partite samenwerkingsverband tussen SNV, de NOTS Foundation en energieadviesbureau Ecofys in Tanzania op het gebied van duurzame energie. NOTS heeft de verschillende partijen bij elkaar gebracht ten behoeve van deelname aan een onderzoek voor nieuwe biogastechnologieën. Iedere deelnemende partij brengt specifieke kennis en ervaring in, die gericht is op het verbeteren van toegang tot duurzame energie in Tanzania.

Daarnaast zijn er tijdens een bezoek van de voorzitter van de NOTS Foundation aan Mali door hem aan de SNV landendirecteur algemene vragen gesteld en zijn er namen van mogelijke contacten genoemd.

Vraag 3

Bent u van mening dat hier sprake is van een ongewenste belangenverstrengeling?

Antwoord 3

Naar mijn opvatting dienen maatschappelijke organisaties die subsidie ontvangen te handelen conform de principes van de «Code Wijffels voor «goed bestuur van goede doelen». Iedere vorm van ( schijn van) belangenverstrengeling dient te worden vermeden.

Op basis van de door SNV verstrekte informatie concludeer ik dat in het ene geval gezocht is naar samenwerking, zonder dat sprake is van SNV financiering van NOTS. In het tweede geval is sprake van een vorm van ondersteuning, te weten het delen van informatie, die tussen OS-organisaties niet ongebruikelijk en zelfs wenselijk is. Van financiering van de stichting van het betrokken lid van de Raad van Toezicht door SNV is geen sprake, het betrokken lid heeft niet deelgenomen aan enige besluitvorming door SNV over NOTS en is ook nimmer als vertegenwoordiger van SNV opgetreden richting NOTS. De Raad van Toezicht heeft steeds onafhankelijk en onbevangen kunnen opereren en heeft beschikt over alle relevante informatie ter zake. SNV heeft zodoende gehandeld in overeenstemming met in de «Code Wijffels» voorgestane principes over het omgaan met tegenstrijdige belangen.

Vraag 4

Bent u van mening dat de subsidie van 90 miljoen euro niet bedoeld is voor een schimmig lobbykantoor van SNV in Washington waarvan zowel doel, kosten als resultaten onduidelijk zijn?

Antwoord 4

Ik ben het eens dat verreweg het grootste deel van de subsidie aan SNV gebruikt dient te worden voor activiteiten gericht op duurzame armoedevermindering. Dit blijkt met ruim 85% het geval te zijn.

Tegelijkertijd dient gestimuleerd te worden dat SNV «loskomt» van overheidssubsidie.

Op basis van alleen de cijfers over 2009 kunnen nog geen conclusies worden getrokken over noodzaak en meerwaarde van het kantoor in Washington. Mocht op basis van toekomstige resultaten blijken dat de locatie in Washington niet essentieel is om extra inkomsten te genereren dan zal ik hierover met SNV in gesprek gaan en aandringen op sluiting.


XNoot
1

De Telegraaf, 18 en 19 mei 2010.

Naar boven