Vragen van het lid
Hennis-Plasschaert
(VVD) aan de minister van Justitie over het zogenaamde SWIFT-akkoord (ingezonden 24 juni 2010).
Antwoord van minister
Hirsch Ballin
(Justitie) (ontvangen 28 juni 2010).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het nieuwe (zgn.) SWIFT-akkoord («an agreement between the European Union and the United States
of America to make available to the United States Treasury Department financial messaging data to prevent and combat terrorism
and terrorist financing»)?1
Vraag 2
Heeft u tevens kennisgenomen van het voornemen van het Spaanse voorzitterschap om bovengenoemd akkoord op maandag 28 juni
2010 als A-punt tijdens de Landbouwraad af te handelen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat, gelet op de sensitiviteit van het dossier en de eerdere afwijzing van de tijdelijke overeenkomst door
het Europees Parlement, bovengenoemd akkoord tijdens een JBZ-raad dient te worden behandeld? Zo ja, wanneer bent u voornemens
om dit akkoord op de agenda te plaatsen?
Antwoord 3
Ik steun, alle aspecten afwegende, en in het bijzonder gelet op het grote belang van de intensieve samenwerking met de Verenigde
Staten in de strijd tegen terrorisme(financiering), de door het Spaanse Voorzitterschap gemaakte afweging om de onderhavige
ontwerpovereenkomst zo snel mogelijk ter goedkeuring aan de Raad en daarna aan het EP voor te leggen, zeker nu de eerstvolgende
bijeenkomst van de JBZ-Raad niet eerder is voorzien dan op 7 en 8 oktober 2010.
Vraag 4
Bent u van mening dat het Nederlands Parlement op deze wijze voldoende betrokken is bij de besluitvorming? Zo ja, kunt u dit
nader toelichten? Zo nee, welke maatregelen bent u voornemens te nemen om dit alsnog te realiseren?
Antwoord 4
Het is mijn bestendige inzet, uiteraard met inachtneming van de institutionele kaders en besluitvormingsprocedures die volgen
uit het Verdrag van Lissabon, om het Nederlandse Parlement zo tijdig en adequaat mogelijk op de hoogte te houden van alle
relevante ontwikkelingen op JBZ-gebied, ook als dat door de actuele ontwikkelingen noodgedwongen op zeer korte termijn moet
gebeuren, zoals in dit geval. Mede daarom heb ik heden beide Kamers een brief gestuurd met een beschrijving van de laatste
stand van zaken in de onderhandelingen tussen de EU en de VS over de nieuwe SWIFT-overeenkomst.
Vraag 5 en 6
Bent u van mening dat Raad en Commissie voldoende tegemoet komen aan de voorwaarden, zoals uiteengezet in resolutie P7_TA-PROV(2010)0143
van het Europees Parlement en in het bijzonder paragraaf 7, 8, 11, 12 en 14, aangenomen op 5 mei 2010? Zo ja, kunt u dit nader
toelichten? Zo nee, bent u voornemens om dit zo spoedig mogelijk bij het Spaanse voorzitterschap evenals de Commissie aan
de orde stellen?
Bent u van mening dat met dit akkoord wordt voldaan aan de basisvereisten voor de bescherming van persoonsgegevens, de beginselen
die ten grondslag liggen aan de Europese wetgeving en praktijk inzake het doorgeven/extraheren van gegevens en het toezicht
daarop, de Europese wettelijke voorschriften voor de eerlijke, evenredige en rechtmatige verwerking van persoonsgegevens evenals
de beginselen van proportionaliteit en noodzakelijkheid?
Antwoord 5 en 6
Ja, zoals ook uit mijn in het antwoord op vraag 4 bedoelde brief volgt, is de Nederlandse regering ingenomen met het door
de Commissie bereikte onderhandelingsresultaat, dat nauw bij het door de Raad op 11 mei jl. verstrekte onderhandelingsmandaat
aansluit2 en daarmee ook recht doet aan de zorgen die binnen het Europees Parlement - en tot op zekere hoogte ook bij verschillende
lidstaten - leefden met betrekking tot de overeenkomst van 30 november 2009. De nieuwe ontwerpovereenkomt bevat meer waarborgen
op het gebied van dataprotectie en individuele rechtsbescherming dan deze laatste overeenkomst. In de preambule van de ontwerpovereenkomst
en door middel van een afzonderlijke verklaring van de Raad wordt een duidelijke koppeling gelegd met het nog tot stand te
brengen specifieke dataprotectieverdrag tussen de EU en de Verenigde Staten. De ontwerpovereenkomst voorziet bovendien via
artikel 13 in een solide evaluatiemechanisme dat het mogelijk maakt de vinger ten aanzien van de feitelijke implementatie
van de overeenkomst aan de pols te houden en zo nodig passende maatregelen te nemen. Om een einde te kunnen maken aan de verstrekking
aan de VS van grote hoeveelheden gegevens roept het ontwerp-Raadsbesluit tot sluiting van de overeenkomst de Europese Commissie
op om binnen een jaar een juridisch en technisch kader voor te stellen voor het extraheren van data op het grondgebied van
de EU. De Commissie heeft al te kennen gegeven dat zij daartoe bereid is. Ook de overeenkomst zelf bevat een bepaling over
een dergelijk Europees «TFTP» (artikel 11).
Vraag 7
Bent u bereid de vragen met spoed te beantwoorden?
XNoot
1 NRC Handelsblad, 16 juni 2010.
XNoot
2 Zie de vergelijking van beide teksten op http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/10/258&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=fr