Vragen van het lid
Van Gent
(GroenLinks) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de kosten van feesten en recepties van publieke
en semipublieke instellingen (ingezonden 1 juni 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Bijleveld-Schouten
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 18 juni 2010).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de NOVA-uitzending1 over de kosten van afscheidsrecepties? Zo ja, kloppen de in deze uitzending aangegeven bedragen?
Antwoord 1
NOVA heeft met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur de gegevens verzameld bij het Rijk, provincies en gemeenten.
Ik ga er van uit dat de door deze overheidsorganisaties verstrekte gegevens juist zijn.
Vraag 2
Kunt u ten aanzien van de vijf duurste recepties, die in de uitzending worden genoemd, precies aangeven waaraan de door NOVA
vermelde bedragen zijn uitgegeven?
Antwoord 2
De vijf duurste afscheidsbijeenkomsten uit het onderzoek van NOVA:
Burgemeester Opstelten van Rotterdam | € 200 000 |
Commandant der Strijdkrachten Berlijn | € 151 250 |
Minister van Financiën Zalm | € 144 728 |
Burgemeester Wallage van gemeente Groningen | € 138 000 |
Burgemeester Brouwer van de gemeente Utrecht | € 95 000 |
Drie van bovengenoemde functionarissen hebben afscheid genomen als burgemeester van de gemeente waaraan zij waren verbonden.
Het is aan de gemeenteraden van betrokken gemeenten om te toetsen of het uitgavenpatroon voor deze bijeenkomsten proportioneel
is te noemen.
De verschillen in kosten zijn terug te voeren op de omvang van de organisatie waaraan betrokkene was verbonden, de diensttijd,
het functieniveau en de staat van dienst van betrokken functionaris. Bij een afscheid van een burgemeester geldt nog specifiek
het afscheid van de bevolking.
Maar ook de aard van de bijeenkomst en de omvang van het externe netwerk kunnen bepalend zijn voor de vormgeving en dus het
kostenbeslag van een afscheidsbijeenkomst die veelal ook ten dienste staat van de relaties van de organisatie met haar netwerk
in en buiten de overheid.
Zo was bijvoorbeeld het afscheid van minister Zalm gecombineerd met een op het externe netwerk gericht symposium. In het genoemde
bedrag zijn de kosten van deze bijeenkomst ad € 55 000 meegenomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de kosten van veel afscheidsrecepties disproportioneel te noemen zijn?
Antwoord 3
Het is aan het betrokken bestuursorgaan om te bepalen of tegen de achtergrond van deze factoren het kostenbeslag proportioneel
is te noemen. Het is en blijft maatwerk.
Vraag 4
Welke regels gelden er voor feesten en afscheidsrecepties voor de publieke en semipublieke overheid? Is het waar dat het ontbreekt
aan uniforme richtlijnen voor deze overheidsorganen?
Antwoord 4
Er zijn geen algemene richtlijnen voor overheidsorganen. Het is zoals gezegd maatwerk ter beoordeling van het bestuursorgaan.
Voor het vaststellen van budgetten voor afscheidsbijeenkomsten van leden van de Topmanagementgroep (TMG) bestaan geen vaste
richtlijnen.
Voor medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties buiten de TMG hanteert het ministerie een
leidraad financiële vergoedingen, waarin ook richtlijnen zijn opgenomen ten aanzien van afscheidsbijeenkomsten.
Vraag 5
Bent u bereid op korte termijn maatregelen te nemen om disproportionele kosten voor afscheidsrecepties te voorkomen en om
voor alle overheidsorganen door richtlijnen duidelijkheid te creëren over de maximaal aan feesten en recepties te besteden
bedragen? Zo ja, kunt u aangeven wat u voor ogen staat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Voor het afscheid van bewindspersonen wordt interdepartementaal een richtlijn in de vorm van een maximumbedrag afgesproken
waarbij rekening kan worden gehouden met genoemde factoren. Voor provincies en gemeenten zal het Rijk geen richtlijnen geven.
Het is aan de betreffende provincies en gemeenten om zelf met richtlijnen te komen indien daaraan behoefte bestaat.
XNoot
1 NOVA, 28 mei 2010.