Vragen van het lid Pieper (CDA) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over Amerikaanse brulkikkers (ingezonden 3 juni 2010).

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 juni 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht «Vrees voor invasie van Amerikaanse brulkikkers»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de brul- of stierkikker ongewenst is in Nederland, vanwege mogelijke verstoring van instandhouding van de inheemse dier- en plantensoorten?

Antwoord 2

Ja. Uit een in mijn opdracht uitgevoerde risicoanalyse van de Amerikaanse brulkikker en de amfibieschimmel2 blijkt dat de Amerikaanse brulkikker zich in Nederland kan vestigen en uitbreiden en een negatief effect kan hebben op de inheemse biodiversiteit.

Vraag 3

Bent u op de hoogte dat naast verstoring de brul- of stierkikker drager kan zijn van een schimmel die chytridiomycose (chytrid) kan veroorzaken? En dat chytrid naast vervuiling en verlies van leefgebied een grote bedreiging is voor amfibieën?

Antwoord 3

Ja. Ik heb in 2009 een onderzoek naar het voorkomen in Nederland en België van de amfibieschimmel die chytridiomycose veroorzaakt laten uitvoeren3. Uit dit onderzoek blijkt dat 20% van de onderzochte Amerikaanse brulkikkers in België drager is van de amfibieschimmel. Verder is gebleken dat de amfibieschimmel in 11 van 17 onderzochte inheemse amfibiesoorten werd aangetroffen verspreid over vrijwel geheel Nederland. De bovengenoemde risicoanalyse concludeert dat er nog geen negatieve effecten van de amfibieschimmel op inheemse amfibiesoorten zijn aangetoond.

Vraag 4

Is het waar dat in België de kikker sinds 2009 officieel een «te bestrijden diersoort» is? Welke status kent de brul- of stierkikker in Nederland? Valt deze onder de zogeheten invasieve exoten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke aanpak kent Nederland? Wordt gebruik gemaakt van de ontwikkelde kennis in België?

Antwoord 4

In België is de Amerikaanse brulkikker geen officieel te bestrijden soort. Wel mag de Amerikaanse brulkikker in België, vanwege zijn status als exoot, bestreden worden mits er geen andere wetgeving worden overtreden. (Zuid-)Nederland en Vlaanderen werken reeds nauw samen in het (Interreg) project «Invasieve exoten in Vlaanderen en Zuid-Nederland (INVEXO)» om de aanpak van de exotenproblematiek in beide regio’s te verbeteren. In het kader van dit project worden verschillende bestrijdingsmethoden tegen de Amerikaanse brulkikker vergeleken en de ervaringen hiermee uitgewisseld. Ook mijn Team Invasieve Exoten is bij dit project betrokken.

Voor Nederland geldt dat ik een besluit zal nemen over de aanpak van de Amerikaanse brulkikker in Nederland op basis van de informatie in bovengenoemde risicoanalyse van RAVON en het advies van het tot mijn ministerie behorende Team Invasieve Exoten dat ik binnenkort verwacht.

Vraag 5

Is naast de aanpak op nationaal niveau ook sprake van een EU-brede aanpak met betrekking tot invasieve exoten of dieren zoals de brulkikker? Acht u een dergelijke aanpak niet gewenst?

Antwoord 5

In december 2008 heeft de Europese Commissie een communication paper «Towards an EU strategy on invasive species»gepubliceerd. Hierin doet de Commissie voorstellen voor een beter gecoördineerd EU-beleid voor invasieve exoten. Nederland is voorstander van meer gecoördineerde EU-aanpak.


XNoot
1

Trouw, 26 mei 2010.

XNoot
2

Spitzen – van der Sluijs, A.M. & R. Zollinger. Maart 2010. Risk Assessment on the American bullfrog and the fungus Batrachochytrium dendrobatidis RAVON-report 2009 – 8, Stichting RAVON, Nijmegen.

XNoot
3

Sptizen – van der Sluijs, A.M., Zollinger, R., Bosman, W., van Rooij, P., Clare, F., Martel, A. & F. Pasmans. Februari 2010. Short Report Batrachochytrium dendrobatidisin amphibians in the Netherlands and Flanders (Belgium). Report 2009 – 29. Stichting RAVON, Nijmegen.

Naar boven