Vragen van de leden Leerdam en Arib (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dure HIV-AIDS medicatie op de Nederlandse Antillen (ingezonden 25 mei 2010).

Antwoord van staatssecretaris Bijleveld-Schouten (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 juni 2010).

Vraag 1

Kent u de berichten «HIV-medicatie op de Antillen blijft duur»1 en «Geen lagere prijs hiv medicatie»?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich dat u tijdens het algemeen overleg op 19 mei jl. over de voortgang van het staatkundig proces hebt meegedeeld dat uit de reactie van de minister van Volksgezondheid van de Nederlandse Antillen zou blijken dat zij niet ingaat op het hulpaanbod dat Nederland in december 2009 heeft gedaan met betrekking tot het bedingen van lagere prijzen van HIV-AIDS medicatie?

Antwoord 2

Ja, ik ben mij bewust van mijn antwoord richting de Kamer tijdens dat overleg.

Vraag 3

Bent u ervan op de hoogte dat verschillende lokale radiostations op de Nederlandse Antillen bericht hebben dat de Nederlandse Antillen in december 2009 wel degelijk positief gereageerd hebben op het Nederlandse hulpaanbod en dat Nederland in maart 2010 door de Nederlandse Antillen verzocht is om assistentie?

Antwoord 3

Ja, ik ben in algemene zin op de hoogte van hetgeen hierover in de Antilliaanse media naar voren is gebracht.

Vraag 4

Bent u bereid de correspondentie die vanaf december 2009 gevoerd is tussen Nederland en de Nederlandse Antillen betreffende Nederlandse hulp bij het bedingen van lagere prijzen voor HIV-AIDS medicatie zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja. Ik stuur u hierbij de brieven van 7 december 2009 en 9 maart 2010 van de Minister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling van de Nederlandse Antillen. Tevens stuur ik u mijn schriftelijke reactie hierop van 2 juni 2010.3

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat Nederland bereid is om de Nederlandse Antillen bij te staan bij het bedingen van lagere prijzen voor HIV-AIDS medicatie en dus positief zal reageren op verzoeken daartoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De toezegging die ik heb gedaan tijdens het overleg met de Tweede Kamer op 1 juli 2009 luidde dat Nederland bereid is om de Nederlandse Antillen bij prijsonderhandelingen met de farmaceutische industrie te ondersteunen. Het ministerie van VWS heeft laten weten bereid te zijn deze ondersteuning te bieden. Tot op heden heeft de regering van de Nederlandse Antillen niet aangegeven gebruik te willen maken van dit specifieke aanbod. Ambtelijk overleg heeft naar voren gebracht dat de Nederlandse Antillen aangeven reeds te beschikken over een hoogwaardig team van deskundigen dat ervaring heeft met dit soort onderhandelingen. Tijdens het overleg met uw Kamer op 19 mei jl. was ik niet geheel op de hoogte van alle correspondentie die er had plaatsgevonden. Het onderwerp was op dat moment ook niet geagendeerd. Tot mijn spijt heeft dit tot enige verwarring geleid.

De brief van minister Leeflang van 9 maart 2010 verzoekt om technische assistentie bij het uitzoeken van de mogelijkheden voor de invoer van generieke geneesmiddelen, waaronder aidsremmers. Het ministerie van VWS is bereid de Nederlandse Antillen waar mogelijk met deskundigheid bij te staan. In mijn brief van 2 juni heb ik minister Leeflang voorgesteld dat hierover verder contact plaatsvindt met de Vertegenwoordiger van Nederland te Willemstad.


XNoot
1

Wereldomroep, 20 mei 2010.

XNoot
2

Antilliaans Dagblad, 20 mei 2010.

XNoot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven