Vragen van het lid Poppe (SP) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over lpg-stations en opslag van andere gevaarlijke stoffen (ingezonden 22 april 2010)

Antwoord van minister Huizinga-Heringa (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) (ontvangen 10 juni 2010).

Vraag 1

Kent u het tot nu toe vertrouwelijke rapport over de risico’s rond LPG-stations en opslag van andere gevaarlijke stoffen van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen?1 Zo nee, wanneer denkt u dit rapport te krijgen en op welke termijn kan de Kamer dit rapport, voorzien van een kabinetsreactie, verwachten?

Antwoord 1

Ja, ik heb het rapport inmiddels ontvangen. Overeenkomstig de Kaderwet adviescolleges kunt u de kabinetsreactie binnen drie maanden verwachten.

Vraag 2

Zijn de thans geldende rekenmethoden voor verwaarloosbaar risico en groepsrisico van LPG-stations en opslag van andere gevaarlijke stoffen nog valide? Zo ja, op basis waarvan komt u tot die conclusie? Zo nee, bent u bereid de risicoberekeningen van LPG- installaties en opslag van andere gevaarlijke stoffen op basis van nieuwe, meer valide rekenmethoden, opnieuw te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Zodra ik het rapport van de Adviesraad zorgvuldig heb bestudeerd zal ik mijn conclusies trekken. Mede na consultatie van het Centrum Externe Veiligheid van het RIVM, zie ik geen acute noodzaak de geldende rekenmethoden thans aan te passen. Daarbij is het van belang dat de afronding van het lopende saneringsproces van tankstations die nog een extern veiligheidsprobleem kennen, niet wordt belemmerd door onzekerheid over de geldigheid van de reken-methoden.

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten om hoeveel LPG installaties en opslag van andere gevaarlijke stoffen met risico voor de omgeving het gaat?

Antwoord 3

In Nederland zijn ongeveer 1900 LPG-tankstations en ongeveer 850 opslagen van gevaarlijke stoffen.


XNoot
1

NOVA, 20 April 2010.

Naar boven