Vragen van het lid Langkamp (SP) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de bezuinigingen bij Bureau Jeugdzorg Utrecht en Trajectum te Utrecht (ingezonden 20 april 2010).

Antwoord van minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) (ontvangen 9 juni 2010).

Vraag 1

Kunt u aangeven hoe Bureau Jeugdzorg Utrecht hetzelfde aantal gezinnen kan begeleiden als zij naar verwachting 4,2 miljoen euro minder krijgt in 2010?1, 2 en 3

Antwoord 1

Zoals ik op 26 maart 2010 in antwoord op eerdere kamervragen heb gemeld3, heeft de provincie Utrecht mij laten weten dat deze informatie niet juist is. Er is volgens de provincie Utrecht geen sprake van een bezuiniging op de subsidie voor bureau jeugdzorg.

Vraag 2

Is het waar dat Bureau Jeugdzorg Utrecht nog steeds te maken heeft met een groeiende hulpvraag en aantal aanmeldingen?5 Zo ja, hoe kunt u deze bezuinigingen dan rijmen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat Bureau Jeugdzorg de groeiende hulpvraag kan opvangen?

Antwoord 2

Met de provincies en stadsregio’s ben ik in IPO-verband het Afsprakenkader jeugdzorg 2010–2011 overeengekomen. Met dit afsprakenkader is vastgesteld welke middelen ik beschikbaar stel voor de provinciale jeugdzorg voor de jaren 2010 en 2011. In IPO-verband is een verdeelvoorstel gemaakt waarmee ik heb ingestemd. Over de precieze bedragen per provincie en stadsregio heb ik u geïnformeerd per brief van 20 januari (Kamerstukken 2009–2010, 31 839, nr. 32).

Op basis van het beschikbare budget is afgesproken dat provincies alle kinderen de noodzakelijke zorg geven binnen verantwoorde wachttijden. Dit geldt ook voor de provincie Utrecht.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel jeugdhulpverleners er bij Bureau Jeugdzorg Utrecht en Trajectum inmiddels zijn ontslagen, of hun contract niet meer is verlengd vanwege bezuinigingen?3

Antwoord 3

Zoals ik u in antwoorden op eerdere kamervragen (d.d. 26 maart 2010) hierover heb gemeld, is er bij bureau jeugdzorg geen sprake van een bezuinigingsmaatregel. Wel zullen van bepaalde medewerkers de tijdelijke contracten niet worden verlengd omdat de incidentele bijdrage in verband met de wachtlijstaanpak niet wordt gecontinueerd. De provincie Utrecht is niet op de hoogte van het aantal hulpverleners voor wie dit het geval is. De provincie geeft aan dat er in elk geval geen sprake zal zijn van (gedwongen) ontslag.

Ook heeft de provincie Utrecht van Trajectum geen signalen ontvangen dat er ontslagen zullen vallen.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel andere Bureaus Jeugdzorg minder subsidie hebben gekregen dan in 2009? Wat zijn de gevolgen voor deze Bureaus Jeugdzorg?

Antwoord 4

Zoals in eerdere beantwoording van kamervragen gemeld (d.d. 26 maart 2010), is het de verantwoordelijkheid van de provincies om middelen beschikbaar te stellen voor bureau jeugdzorg. Provincies informeren mij na afloop van elk jaar over de besteding van de doeluitkering.

Vraag 5

Zijn er al provincies die afspraken gemaakt hebben met gemeenten hoe gemeenten intensief ambulante hulpverlening kunnen inschakelen zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel gemeenten al zo werken? Zo nee, hoe gaat u stimuleren dat gemeenten dit meer gaan doen?

Antwoord 5

Zoals ik u in eerdere antwoorden heb laten weten (d.d. 26 maart 2010), is het maken van afspraken over intensief ambulante hulptrajecten en andere vormen van zorg een verantwoordelijkheid van de provincies. Over de inhoud van deze afspraken is op centraal niveau op dit moment geen informatie beschikbaar.

De provincies informeren mij voor 1 oktober over de uitvoering van het Afsprakenkader. Zoals toegezegd in het algemeen overleg van 11 mei jongstleden zal ik uw Kamer na ontvangst van deze gegevens zo spoedig mogelijk hierover informeren.

Vraag 6

Is het waar dat Bureau Jeugdzorg Utrecht onder aangescherpt toezicht staat? Kunt u aangeven wat hieronder precies wordt verstaan, en wat de gevolgen hiervan zijn?1

Antwoord 6

De provincie Utrecht zal de komende tijd het toezicht op bureau jeugdzorg verscherpen. Dit houdt in dat alle stukken die naar de Raad van Toezicht gaan ook aan de provincie Utrecht worden gezonden.

Vraag 7 en 8

Is het waar dat de financiering voor de Deltamethode ontoereikend is? Zo ja, wat voor gevolgen heeft dit op de caseload van gezinsvoogden in het hele land?

Wat gaat u eraan doen dat de gezinsvoogden op een gemiddelde caseload van 15 gezinnen blijven zodat zij de Deltamethode naar behoren kunnen uitvoeren?

Antwoord 7 en 8

Het bestaande normtarief voor de uitvoering van een maatregel van gezinsvoogdij volgens de Deltamethode is op 1 januari 2008 in werking getreden. Dit normtarief is vastgesteld na een uitgebreid en gedegen kostprijsonderzoek en met medewerking en instemming van de MOgroep Jeugdzorg en het IPO. Het normtarief is gebaseerd op een gemiddelde caseload van 1:15. Door de MOgroep Jeugdzorg zijn in juli 2009 signalen afgegeven dat het normtarief voor het jaar 2008 ontoereikend zou zijn en dat sprake is van tekorten in de exploitatie in 2008.

Het staat nog niet vast dat er inderdaad sprake is van een structureel tekort in de jeugdbescherming en zo ja, of dit tekort veroorzaakt wordt door een te laag normtarief. Met IPO en MOgroep Jeugdzorg is dan ook afgesproken dat onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar het normtarief jeugdbescherming. Dit onderzoek is inmiddels gestart en zal nog vóór de zomer 2010 worden afgerond.

Vooralsnog houd ik vast aan de met het IPO en MOgroep Jeugdzorg afgesproken gemiddelde caseload voor gezinsvoogdijwerkers van 1:15. Met deze caseload is uitvoering gegeven aan de ambitie zoals die geformuleerd is in het kader van het programma Beter Beschermd.


XNoot
1

Schriftelijke vragen Provinciale Staten Utrecht, commissie WMC over MEMORANDIUM IMPASSE BUDGET BJZ 2010 ter voorbereiding van Commissie WMC 29 maart 2010 (zie bijlage).

XNoot
2

RTV Utrecht, «Bureau Jeugdzorg in financiële problemen» (videofragment) http://mediaplayer.rtvutrecht.nl/stream/bd03f606.wmv

XNoot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2046.

XNoot
5

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2112.

Naar boven