Vragen van de leden Teeven (VVD) en Van Haersma Buma (CDA) aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over de contacten tussen een ambtenaar van Buitenlandse Zaken en de voortvluchtige C. (wapenhandelaar) (ingezonden 27 april 2010).

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 juni 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2522.

Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Is het waar dat de voortvluchtige wapenhandelaar C. wordt gezocht door Italië en staat gesignaleerd ter aanhouding en opsporing?1

Was het de betrokken ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat C. werd gezocht door Italië?

Is C. in Italië onherroepelijk veroordeeld en waarvoor precies?

Was het functioneel noodzakelijk dat de betrokken ambtenaar met C. contacten onderhield in Nederland?

Wat was het doel van deze contacten, zakelijk of privé?

Waarom heeft de betrokken ambtenaar zijn werkgever niet ingelicht over deze contacten en de verblijfplaats van C.?

Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de betrokken ambtenaar?

Kunt u de Kamer informeren over eventuele arbeidsrechtelijke en strafrechtelijke consequenties?

Antwoord

Het antwoord op deze vragen is ter vertrouwelijke inzage, alleen voor de Leden, gelegd bij net Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.


XNoot
1

Netwerk, 23 april 2010.

Naar boven