Vragen van de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Ortega-Martijn (beiden ChristenUnie) aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken over het bericht dat Nederland voor het Europese Hof wordt gedaagd omdat de provincie Noord-Holland bij de aanbesteding van koffieautomaten biologische koffie of fairtrade-koffie eist (ingezonden 7 mei 2010).

Antwoord van minister Huizinga-Heringa (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) (ontvangen 1 juni 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht «Nederland voor Europees Hof gedaagd om koffieautomaat»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beziet u deze actie van de Europese Commissie in het licht van de recente uitspraak van de voorzieningenrechter over de gemeenten Alkmaar en Den Helder, die juist criteria voor eerlijke handel hebben opgenomen en in het gelijk zijn gesteld?

Antwoord 2

Zie antwoord op vraag 3.

Vraag 3

Is voor (decentrale) overheden voldoende duidelijk welke fairtrade- en duurzaamheidseisen mogen worden gesteld?

Antwoord 3

Er is duidelijkheid over wat er is toegestaan binnen de Europese Aanbestedingsregels. De criteria moeten voldoen aan de beginselen van transparantie, non-discriminatie en proportionaliteit. Ook moeten de criteria verifieerbaar zijn. Het beleid van de gezamenlijke overheden inzake Duurzaam Inkopen faciliteert de overheden met criteria die aan deze beginselen zijn getoetst.

De uitspraak van de voorzieningenrechter in het geval van de gemeenten Alkmaar en Den Helder is een kortgedinguitspraak, welke zich niet leent voor een diepgaande analyse. Het ging in die zaak om de eis dat de inschrijver voldoet aan criteria die in deze vorm voor zover bekend alleen worden nageleefd door bedrijven die een fairtrade-keurmerk voeren. Het is duidelijk dat men niet direct naar een keurmerk mag vragen. Men mag wel criteria uit een keurmerk hanteren, mits deze voldoen aan de genoemde beginselen. In specifieke gevallen kan het moeilijk zijn dit te beoordelen. Een van de vragen die de Europese Commissie aan de orde stelt is of de fairtrade-criteria aan de genoemde beginselen voldoen, meer in het bijzonder of de gestelde fairtrade-critera voldoende verband houden met het voorwerp van de opdracht (proportionaliteit). Het is wenselijk dat deze vraag door het Europese Hof van Justitie wordt beantwoord.

Overigens is naar aanleiding van een aantal nationale rechtszaken een factsheet opgesteld waarin aan overheden nog eens helder wordt toegelicht hoe om te gaan met keurmerken. Daarnaast werkt de Europese Commissie aan een gids over de juridische mogelijkheden om sociale aspecten in aanbestedingen op te nemen.

Vraag 4

In hoeverre delven waarden als duurzaamheid en eerlijke handel het onderspit ten opzichte van de laagste prijs in aanbestedingen? Zijn er verbeteringen mogelijk?

Antwoord 4

Het staat aanbestedende diensten vrij om naast de prijs andere factoren zoals duurzaamheid te betrekken bij het gunnen van een overeenkomst. Hierbij is ook van belang wat de markt kan bieden. Hoewel aanbestedende diensten steeds vaker duurzaamheidscriteria meenemen binnen aanbestedingen, zijn er uiteraard verbeteringen mogelijk. Zo zouden meer en ambitieuzere duurzaamheidcriteria kunnen worden gebruikt. Zij worden daartoe gestimuleerd vanuit het programma voor Duurzaam Inkopen maar zijn daarin autonoom.

Vraag 5

Zijn overheden voldoende in staat om te voldoen aan de criteria voor duurzaam inkopen, gezien deze recente actie door de Europese Commissie?

Antwoord 5

Zie antwoord op vraag 3.


XNoot
1

NOS, 5 mei 2010

http://nos.nl/artikel/155302-nederland-voor-europees-hof-gedaagd-om-koffieautomaat.html

Naar boven