Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 2511 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 2511 |
Hebt u kennisgenomen van de uitzending van Kassa over internetoplichting? Wat is hierop uw eerste reactie?1
Ja. Fraude en oplichting komen ook voor in de digitale wereld. Niet alleen de politie richt zich meer op het aanpakken van zogeheten cybercrime, ook de burger zal hier zelf steeds waakzamer moeten worden.
Hoeveel oplichtingszaken zijn er in 2009 bij de politie gemeld en van hoeveel zaken is daadwerkelijk aangifte gedaan?
Hoeveel van deze zaken zijn ook daadwerkelijk opgelost? Bent u tevreden over dit oplossingspercentage? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u van mening dat de politie voldoende toegerust is om deze vorm van cybercrime effectief te lijf te gaan? Zo ja, hoe verklaart u dan de stijging van het aantal slachtoffers van internetoplichting? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Deelt u de mening dat internetoplichting evengoed een vorm van criminaliteit is die aangepakt dient te worden en dat deze zaken niet op de plank mogen blijven liggen? Zo ja, wat gaat u doen om te zorgen dat korpsen voldoende toegerust zijn om ook deze vorm van criminaliteit te bestrijden? Zo nee, waarom niet?
Door de rijksoverheid wordt samen met de politie en het Openbaar Ministerie gewerkt aan de aanpak van cybercrime. Op verschillende terreinen worden acties ondernomen om de aanpak van cybercrime te verbeteren en te stimuleren. Dat heeft u ook kunnen lezen in de verantwoording Veiligheid begint bij Voorkomen welke in april 2010 aan uw Kamer is toegezonden.
Zo wordt binnen de versterkingsprogramma’s ook een proeftuin Internetgerelateerde Fraude gedraaid waarin men bezig de informatiepositie van de politie op dit gebied te verbeteren en aangiften van deze fraude te verbeteren.
Mij zijn geen cijfers bekend dat er sprake is van een toename van het slachtofferschap van internetoplichting.
Hoe is de uitwisseling van gegevens over internetoplichting tussen de verschillende korpsen geregeld? Werkt deze uitwisseling, zodat de politie niet steeds achter de feiten aanloopt? Zo nee, bent u bereid dit snel te verbeteren?
Uitwisseling van informatie op de gebruikelijke wijze volgens het Nationaal Intelligence Model en de informatieorganisatie. Wij hebben geen signalen gekregen dat de uitwisseling van informatie tussen korpsen niet zou voldoen.
Deelt u mijn mening dat de politie in het geval van internetoplichting altijd aangifte moet opnemen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u uitleggen waarom dit niet altijd gebeurt?
Ja. De politie is wettelijk verplicht om aangifte op te nemen van een strafbaar feit. In geval van twijfel overlegt de politie met het OM. Indien er geen sprake is van een strafbaar feit kan de politie niet overgaan tot het opnemen van een aangifte. Wel kan het voorval in dat geval als melding behandeld worden. De politie registreert dan het incident. Deze informatie kan in de toekomst gebruikt worden, bijvoorbeeld in een andere zaak tegen dezelfde dader.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen niet meer tevergeefs naar het politiebureau gaan om aangifte te doen van oplichting?
Bent u bereid een instructie hierover te sturen naar alle politiekorpsen, zodat mensen overal een gelijke en goede behandeling krijgen? Zo nee, waarom niet?
Er wordt op dit moment in het kader van het Programma Aanpak Cybercrime bij de politie extra aandacht gegeven aan de Service Medewerkers zodat het kennisniveau van deze medewerkers op het gebied van cybercrime op peil blijft. Dit is van groot belang gezien de snel veranderende uitingen van criminaliteit op het internet.
Een veelgebruikte werkwijze bij internetoplichting is het plegen van identiteitsfraude.
Om fraude en fouten met identiteiten te voorkomen en bestrijden, hebben de Ministeries van BZK en Justitie in 2008 het programma VIPS[1] gestart. In het kader van dit programma wordt door het Ministerie van Justitie, in samenwerking met de politie en de Koninklijke Marechaussee, onder meer gewerkt aan een handreiking die ervoor moet zorgen dat gedupeerden die bij het politiebureau aankloppen om aangifte te doen van identiteitsfraude beter geholpen kunnen worden. In deze handreiking zal een overzicht worden opgenomen van de artikelen in het Wetboek van Strafrecht die kunnen worden toegepast bij de bestrijding van identiteitsfraude. De handreiking zal verspreid worden in alle politiekorpsen en ook in de Politieacademie.
Hoe verklaart u het lakse optreden van de politie, zoals de heer Ketelaars van de website «Opgelicht» stelt?2
Ik herken mij niet in het beeld dat de politie laks op zou treden. Om de bekendheid en expertise op het gebied van internetfraude te bevorderen bij politie en OM zijn de bovengenoemde maatregelen genomen.
Is het waar dat soms alle benodigde bewijsmaterialen aangeleverd worden en er toch niet opgetreden wordt door de politie? Kunt u uitleggen waarom dit niet gebeurd? Hoe gaat u hier verandering in brengen?
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de politie keuzes moet maken, waardoor niet alle zaken behandeld kunnen worden die bij de politie aangemeld worden? Zo nee, waarom niet?
Het kan voorkomen dat de politie niet in actie komt nadat informatie is overlegd. In overleg met het OM wordt in iedere zaak een afweging gemaakt of deze zal worden opgepakt of niet. Dit gebeurt altijd vanuit een breder perspectief waarbinnen prioriteiten en capaciteit ook worden meegewogen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2511.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.