Vragen van de leden
Van Bochove,
Spies
en
Jager
(allen CDA) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de aangescherpte energieprestatienorm (ingezonden 3 mei
2010).
Antwoord van minister
Van Middelkoop
(Wonen, Wijken en Integratie) (ontvangen 17 mei 2010).
Vraag 1
Kunt u uiteenzetten wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van het energieakkoord Noord Nederland en meer
in het bijzonder met betrekking tot de afspraak om gebruik te maken van het experimenteerartikel duurzaam bouwen uit de Woningwet
en voor nieuwbouwwoningen een aangescherpte energieprestatienorm van 0,5 te werken per 1 juli 2010 te hanteren?
Antwoord 1
Ik heb het ontwerp «Experimentenbesluit excellente gebieden en koplopergebied Noord-Nederland» in voorbereiding uit hoofde
van het experimenteerartikel 120a van de Woningwet.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het ontwerpbesluit experimenten excellente gebieden en koplopergebied Noord-Nederland?
Antwoord 2
Het ontwerp «Experimentenbesluit excellente gebieden en koplopergebied Noord-Nederland» is 17 maart 2010 ter advisering voorgelegd
aan de Raad van State. De Raad van State heeft mij inmiddels op 28 april 2010 bericht geen bezwaren te zien tegen publicatie.
Tevens is het ontwerpbesluit ter notificatie voorgelegd aan de Europese Commissie. De stand-stilltermijn van de notificatie
eindigt 7 juni 2010.
Vraag 3
Is voldaan aan de voorwaarden dat ten minste driekwart van de projectontwikkelaars en woningcorporaties instemt met de aanwijzing?
Kunt u dat onderbouwen?
Antwoord 3
De provincies hebben mij bij brief van 23 november 2009 laten weten dat zij bij de marktpartijen voldoende draagvlak hadden
weten te verwerven. Deze brief gaf mij het vertrouwen dat het in procedure brengen van het ontwerpbesluit gewenst en verantwoord
was.
Na de besluitvorming over het Experimentenbesluit in de ministerraad van 29 januari jongstleden, is in Noord-Nederland discussie
ontstaan. Corporaties en marktpartijen willen meer zicht krijgen op de te hanteren rekenmethodiek en de kosten van energiezuinig
bouwen. De provincies hebben mij verzekerd dat zij met partijen tot overeenstemming kunnen komen en dat ze willen vasthouden
aan het Experimentenbesluit. Er loopt nog ambtelijk overleg tussen de provincies en WWI over de rekenmethodiek om inzicht
te krijgen in de kosten van energiezuinig bouwen.
Nog voor 1 juli 2010 zal overleg worden gevoerd met de provincies en de marktpartijen in Noord-Nederland over de stand van
zaken.
Vraag 4
Is voldaan aan de voorwaarde dat alle gemeenten uit de drie noordelijke provincies instemmen met de aanwijzing? Kunt u dat
onderbouwen?
Antwoord 4
De provincies hebben mij in de brief van 23 november 2009 laten weten dat, met uitzondering van 2 gemeenten, alle gemeenten
in Noord Nederland hebben aangegeven achter de aanscherping van de energieprestatie-eis te staan.
Vraag 5
Is voldaan aan de voorwaarde dat gemeenten die een of meer nieuwbouwlocaties op hun grondgebied hebben voornemens en in staat
zijn tot adequate handhaving van de grenswaarden? Kunt u dat onderbouwen?
Antwoord 5
De provincies hebben een ondersteuningsprogramma gestart om de grenswaarden adequaat te kunnen laten naleven en handhaven.
Dit programma bestaat uit een handleiding en een opleiding. Deze worden aangeboden aan zowel gemeenten als marktpartijen.
De doelstelling is dat gemeenten en marktpartijen per 1 juli 2010 klaar zijn voor de aanwijzing.
Vraag 6
Bent u voornemens dit besluit per 1 juli 2010 in werking te laten treden?
Antwoord 6
Dat was mijn voornemen.
De drie noordelijke provincies hebben mij echter per brief van 23 april 2010 gevraagd of het mogelijk is het besluit later
in werking te laten treden. Reden hiervoor is dat de provincies de betrokken bouwpartijen een overgangstermijn van 3 maanden
willen geven om zich te kunnen voorbereiden op het werken met de scherpere EPC. Ik heb besloten het besluit op 1 oktober 2010
in werking te laten treden.
Vraag 7
Op welke wijze bent u van plan de Kamer over dit traject te informeren en bij definitieve besluitvorming te betrekken?
Antwoord 7
Ik ben voornemens om uw kamer te informeren bij de publicatie van het besluit.
Vraag 8
Bent u bereid geen definitief besluit te nemen dan nadat u dit expliciet aan de Kamer hebt voorgelegd?
Antwoord 8
Het besluit heeft zijn wettelijke grondslag in de Woningwet, artikel 120a. Anders dan bij andere besluiten op grond van de
Woningwet (bijvoorbeeld het Bouwbesluit), geldt voor dit Experimentenbesluit geen nahangverplichting.
Vraag 9
Kunt u deze vragen uiterlijk 11 mei 2010 beantwoorden?