Vragen van het lid Algra (CDA) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de ministers van Financiën en van Economische Zaken over toeristenbelasting (ingezonden 9 april 2010).

Antwoord van staatssecretaris Bijleveld-Schouten (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 3 mei 2010).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel met de kop «Toeristenbelasting teistert bedrijven» waarin wordt geconstateerd dat er sprake is van stijgingen tot 122%?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Welke beleidsvrijheid hebben gemeenten m.b.t. het verhogen van, en het formuleren van voorwaarden aan, toeristenbelasting?

Antwoord 2

In de Gemeentewet, art. 224, wordt het een gemeente toegestaan een toeristenbelasting te heffen ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven.

De toeristenbelasting behoort daarmee tot het gemeentelijke belastinggebied en valt daardoor binnen de gemeentelijke autonomie: Een gemeente is autonoom in het al dan niet heffen, verhogen c.q. verlagen van de toeristenbelasting en het bepalen van de voorwaarden.

Vraag 3

Welke gemeenten heffen er in Nederland nog toeristenbelasting en hoe verhouden de bedragen en heffingsgrondslagen zich tot elkaar?

Antwoord 3

De lijst met 311 (deel-)gemeenten die toeristenbelasting heffen vindt u in de bijlage.2

Door de veelvormigheid van deze belasting is het moeilijk aan te geven hoe de tarieven variëren. In de meeste gemeenten ligt het tarief tussen vijftig cent en anderhalve euro per nacht. De grote steden zijn duidelijk duurder dan gemiddeld. Voor alle gemeenten (met en zonder toeristenbelasting) bedraagt het gewogen gemiddelde 1,31 euro per nacht. De in het artikel genoemde gemeenten Roosendaal en De Made, waar de verhoging 122 procent bedraagt, blijven hier met 1 euro per nacht ruim onder. Uitschieters voor een tweepersoonskamer zijn naar boven de gemeente Eindhoven (€ 7,00) en naar beneden de gemeente Heerenveen (€ 0,70). Het tarief is dit jaar in 41 procent van de heffende gemeenten niet veranderd. Tarieven worden dikwijls enkele jaren ongemoeid gelaten en dan verhoogd. In de gemeente De Made dateert de laatste verhoging uit 2006. De gemeente Neerijnen heeft dit jaar de toeristenbelasting afgeschaft. Er wordt niet per individuele gemeente naar de heffingsgrondslagen gekeken. Gemeenten gebruiken verschillende heffingsgrondslagen en tarieven om de hoogte van de toeristenbelasting te bepalen.

(Bron: Coelo)

Vraag 4

Welke gemeenten leveren een tegenprestatie voor de geheven toeristenbelasting en wat voor activiteiten betreft het?

Antwoord 4

De opbrengst van de toeristenbelasting is vrij besteedbaar voor gemeenten. Aangezien de opbrengst uit de toeristenbelasting tot de algemene middelen van een gemeente behoort, bestaat er geen directe relatie met een tegenprestatie. Om de transparantie te bevorderen heeft het ministerie van Economische Zaken in 2005 een «handreiking transparante toeristische inkomsten en uitgaven» laten maken. Het geeft gemeenten een voorbeeld waarop ze op transparante manier algemene uitgaven aan de publieke ruimte toe kunnen rekenen aan de gebruikers van die ruimte, waaronder toeristen. Voor wat betreft administratieve lasten die gepaard gaan met de toeristenbelasting kan bijvoorbeeld worden gekeken naar het convenant dat de gemeente Soest met de plaatselijke ondernemers heeft gesloten. De gemeente heft de belasting niet bij verschillende ondernemers afzonderlijk, maar de ondernemers zijn een inspanningsverplichting aangegaan om een bepaald bedrag aan toeristenbelasting op te brengen.


XNoot
1

De Telegraaf, 31 maart 2010.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven